Einde inhoudsopgave
Besluit verliesverrekening, toepassing artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
7.2 Werkzaamhedentoets en fiscale eenheid
Geldend
Geldend vanaf 09-03-2024
- Bronpublicatie:
27-02-2024, Stcrt. 2024, 6592 (uitgifte: 08-03-2024, regelingnummer: 2023-26252)
- Inwerkingtreding
09-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-2024, Stcrt. 2024, 6592 (uitgifte: 08-03-2024, regelingnummer: 2023-26252)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten
Vennootschapsbelasting / Verliesverrekening
De vraag is gesteld hoe de werkzaamhedentoets moet worden toegepast bij een fiscale eenheid in de volgende situatie. Een fiscale eenheid neemt de aandelen in een andere fiscale eenheid over waarna onderdelen van beide concerns worden samengevoegd, terwijl andere werkzaamheden worden gestaakt. Voor de uitkomst van de werkzaamhedentoets maakt het verschil of naar de werkzaamheden van de overgenomen fiscale eenheid als geheel wordt gekeken of dat per afzonderlijke vennootschap wordt getoetst.
Krachtens artikel 15, zestiende lid, Wet Vpb 1969 geldt dat artikel 20a moet worden toegepast ‘als ware er geen fiscale eenheid’. Bij deze zogenoemde ‘stand-alone’ toepassing van artikel 20a moet de werkzaamhedentoets (net als de beleggingstoets) dus per afzonderlijke maatschappij worden toegepast. Onder omstandigheden brengt de overbrenging van werkzaamheden naar een andere concernvennootschap dus staking mee. Niet van belang is of op het niveau van de fiscale eenheid de werkzaamheden voldoende worden voortgezet.