Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht
Artikel 78 Delegatie van portefeuille- of risicobeheer
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Inwerkingtreding
11-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Dit artikel is van toepassing op de delegatie van portefeuillebeheer of risicobeheer.
2.
De volgende entiteiten worden geacht overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU over een vergunning of een erkenning voor vermogensbeheer te beschikken en aan toezicht onderworpen te zijn:
- a)
beheermaatschappijen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG vergunning is verleend;
- b)
beleggingsondernemingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG een vergunning voor vermogensbeheer is verleend;
- c)
kredietinstellingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG vergunning is verleend en die uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG een vergunning voor vermogensbeheer bezitten;
- d)
externe abi-beheerders aan wie overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU vergunning is verleend;
- e)
entiteiten van derde landen die over een vergunning of een erkenning voor vermogensbeheer beschikken en in die landen aan doeltreffend toezicht door een bevoegde autoriteit onderworpen zijn.
3.
Wanneer de delegatie aan een onderneming uit een derde land is verleend, wordt overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU aan de volgende voorwaarden voldaan:
- a)
er bestaat een schriftelijk vastgelegde regeling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteiten van de onderneming waaraan de delegatie is verleend;
- b)
wat de onderneming betreft waaraan de delegatie is verleend, is het de bevoegde autoriteiten op grond van de onder a) bedoelde regeling toegestaan:
- i)
op verzoek alle dienstige informatie te ontvangen om hun in Richtlijn 2011/61/EU beschreven toezichttaken te kunnen uitoefenen;
- ii)
inzage te krijgen in alle in het betrokken derde land bewaarde documenten die relevant zijn voor de uitoefening van hun toezichttaken;
- iii)
controles ter plaatse te verrichten in de bedrijfsruimten van de onderneming waaraan taken zijn gedelegeerd. De praktische procedures voor het verrichten van controles ter plaatse worden gedetailleerd beschreven in de schriftelijk vastgelegde regeling;
- iv)
zo spoedig mogelijk informatie van de toezichthoudende autoriteit van het derde land te ontvangen voor het onderzoeken van kennelijke schendingen van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan;
- v)
overeenkomstig het op de toezichthoudende autoriteit van het derde land en de bevoegde autoriteiten van de EU toepasselijke nationale en internationale recht samen te werken in het kader van handhavingsacties bij schendingen van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan en het toepasselijke nationale recht.