De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/:Verhandeling
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/
Verhandeling
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS381565:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 22 april 1983, NJ 1984, 145(Ritzenl Hoekstra), m.nt. Heemskerk.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ten aanzien van het geval waarin de uitspraak in hoger beroep van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard ontruimingsvonnis wordt afgewacht, heeft de Hoge Raad nader aangegeven wanneer de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft om tot tenuitvoerlegging over te gaan.1 Naar het oordeel van de Hoge Raad in het arrest Ritzen/Hoekstra zal dit het geval kunnen zijn, indien (i) het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een feitelijke of juridische misslag berust, of (ii) na het vonnis aan het licht gekomen feiten en omstandigheden met zich brengen, dat als gevolg van de executie aan de zijde van de veroordeelde een noodtoestand zal ontstaan.