Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/786
Onteigening. Vaststelling schadevergoeding; taak rechter; zelfstandig onderzoek; geen gebondenheid aan deskundigenadvies; keuzevrijheid waarderingsmethode.
HR 07-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5349
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 juni 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/05559
- Conclusie
wnd. A-G mr. J.C. van Oven
- LJN
BZ5349
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5349, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5349, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2011
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Vaststelling schadevergoeding; taak rechter; zelfstandig onderzoek; geen gebondenheid aan deskundigenadvies; keuzevrijheid waarderingsmethode.
Volgens vaste rechtspraak dient de onteigeningsrechter zelfstandig te onderzoeken welke schadevergoeding aan de onteigende partij of een derde-belanghebbende toekomt en is hij daarbij niet gebonden aan het advies van de door hem benoemde deskundigen. Bovendien is de onteigeningsrechter vrij die methode van waardering te kiezen die naar zijn oordeel voor de waardevaststelling het meest geschikt is. In het licht van deze vrijheid heeft de rechtbank haar beslissing om in dit geval niet de door de deskundigen gehanteerde intuïtieve methode, maar de residuele methode tot uitgangspunt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.