Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/:Verhandeling
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/
Verhandeling
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS366928:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Als niet is voldaan aan het tweede element van het begrip belastingplichtige, het element “zelfstandig”, blijft heffing achterwege en is sprake van een eiland van onbelastbaarheid. In de vorige paragraaf heb ik aangegeven dat de vraag naar het bestaan van een entiteit (feitelijke maatschappelijke zelfstandigheid) scherp moet worden onderscheiden van de vraag of van zelfstandigheid (ondergeschiktheid) sprake is. Het ontbreken van “zelfstandigheid” kan dus op twee manieren leiden tot het ontbreken van belastbaarheid van de transacties die plaatsvinden in het kader van het samenwerkingsverband:
Het samenwerkingsverband wordt met één of meer van de participanten tezamen als één entiteit (eenieder) aangemerkt, omdat het samenwerkingsverband geen feitelijke maatschappelijke zelfstandigheid bezit;‘
Het samenwerkingsverband wordt “vereenzelvigd” met één van de participanten, omdat het samenwerkingsverband niet zelfstandig is in de zin van art. 10 Btw-richtlijn (ex art. 4 lid 4 Zesde richtlijn).