Einde inhoudsopgave
Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen
Artikel 49 Vrijstelling van belasting
Geldend
Geldend vanaf 19-03-1967
- Bronpublicatie:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-03-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Consulaire ambtenaren en consulaire beambten alsmede hun inwonende gezinsleden zijn vrijgesteld van alle belastingen en rechten, zowel persoonlijke als zakelijke, hetzij landelijke, dan wel gewestelijke of gemeentelijke belastingen met uitzondering van:
- (a)
indirecte belastingen die normaal in de prijs van de goederen of diensten begrepen zijn;
- (b)
belastingen of rechten op particulier onroerend goed dat gelegen is op het grondgebied van de ontvangende Staat, met inachtneming van de bepalingen van artikel 32;
- (c)
door de ontvangende Staat met inachtneming van de bepalingen van lid (b) van artikel 51 geheven successierechten en overdrachtsrechten;
- (d)
belastingen en rechten op particulier inkomen, daaronder begrepen vermogenswinsten, welks bron is gelegen in de ontvangende Staat en vermogensbelastingen op in commerciële of financiële ondernemingen in de ontvangende Staat belegd vermogen;
- (e)
heffingen wegens bepaalde verleende diensten;
- (f)
registratie-, griffie- en hypotheekrechten en zegelrecht, behoudens het bepaalde in artikel 32.
2.
Leden van het bedienend personeel zijn vrijgesteld van rechten en belastingen op het loon dat zij voor hun diensten ontvangen.
3.
Leden van de consulaire post die personen in dienst hebben wier loon of salaris niet vrijgesteld is van inkomstenbelasting in de ontvangende Staat houden zich aan de verplichtingen welke de wetten en regelingen van die Staat met betrekking tot de heffing van inkomstenbelasting opleggen aan werkgevers.