Einde inhoudsopgave
Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen
Artikel 51 Nalatenschap van een lid van de consulaire post of van een gezinslid
Geldend
Geldend vanaf 19-03-1967
- Bronpublicatie:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-03-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
In geval van overlijden van een lid van de consulaire post of van een inwonend gezinslid, dient de ontvangende Staat:
- (a)
de uitvoer toe te staan van de roerende goederen van de overledene, met uitzondering van in die Staat verworven goederen waarvan de uitvoer op het tijdstip van zijn overlijden verboden is;
- (b)
geen landelijke, gewestelijke of gemeentelijke successierechten en overdrachtsrechten te heffen op roerende goederen, waarvan de aanwezigheid in de ontvangende Staat uitsluitend het gevolg was van de aanwezigheid aldaar van de overledene als lid van de consulaire post of als gezinslid van een lid van de consulaire post.