Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de status van vluchtelingen
Artikel 28 Reisdocumenten
Geldend
Geldend vanaf 22-04-1954
- Bronpublicatie:
28-07-1951, Trb. 1954, 88 (uitgifte: 12-07-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-04-1954
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-07-1951, Trb. 1954, 88 (uitgifte: 12-07-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
1.
De Verdragsluitende Staten zullen aan de rechtmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen reisdocumenten verstrekken voor het reizen buiten dat grondgebied, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten; de bepalingen van de Bijlage van dit Verdrag zijn van toepassing op deze documenten. De Verdragsluitende Staten kunnen een zodanig reisdocument verstrekken aan elke andere vluchteling op hun grondgebied; in het bijzonder zullen zij in welwillende overweging nemen, een zodanig reisdocument te verstrekken aan vluchtelingen op hun grondgebied, die niet in staat zijn een reisdocument te verkrijgen van het land van hun rechtmatig verblijf.
2.
De reisdocumenten welke krachtens vroegere internationale overeenkomsten door partijen daarbij aan vluchtelingen zijn verstrekt, zullen door de Verdragsluitende Staten worden erkend en behandeld alsof zij krachtens dit artikel aan de vluchtelingen waren verstrekt.