Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 11.30 (vaststelling en indeling toestandsklasse in monitoringsprogramma kaderrichtlijn water)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het monitoringsprogramma bevat de methode van:
- a.
vaststelling van de toestandsklasse waarin een waterlichaam zich bevindt, per stof en kwaliteitselement; en
- b.
indeling van een krw-oppervlaktewaterlichaam of een grondwaterlichaam in een toestandsklasse, waarbij de indeling in een toestandsklasse overeenkomt met:
- 1°
bij een krw-oppervlaktewaterlichaam: de laagste toestandsklasse waarin de chemische toestand, de ecologische toestand of het ecologische potentieel verkeert; en
- 2°
bij een grondwaterlichaam: de laagste toestandsklasse waarin de kwantitatieve toestand of de chemische toestand verkeert.
2.
Het monitoringsprogramma voorziet bij de vaststelling en indeling, bedoeld in het eerste lid, in de volgende toestandsklassen:
- a.
voor een krw-oppervlaktewaterlichaam:
- 1°
voor de chemische toestand: een goede chemische toestand en geen goede chemische toestand;
- 2°
voor de ecologische toestand: een zeer goede ecologische toestand, een goede ecologische toestand, een matige ecologische toestand, een ontoereikende ecologische toestand en een slechte ecologische toestand; en
- 3°
voor het ecologische potentieel: een goed ecologisch potentieel, een matig ecologisch potentieel, een ontoereikend ecologisch potentieel en een slecht ecologisch potentieel; en
- b.
voor een grondwaterlichaam:
- 1°
voor de kwantitatieve toestand: een goede kwantitatieve toestand en een ontoereikende kwantitatieve toestand; en
- 2°
voor de chemische toestand: een goede chemische toestand en een ontoereikende chemische toestand.