NJB 2016/2177:Korte verjaringstermijn. Bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak. Periodieke betalingen. Een gedaagde wordt veroordeeld tot schadevergoeding met wettelijke rente, op te maken bij staat. De schadestaatprocedure wordt aanhangig gemaakt nadat meer dan vijf jaar is verstreken na de laatste stuitingshandeling. Hoge Raad: Voor de toepasselijkheid van art. 3:324 lid 3 BW (vijfjarige verjaringstermijn) is niet vereist dat hetgeen ‘ingevolge de uitspraak’ bij het jaar of kortere termijn moet worden betaald, zoals wettelijke rente, in die uitspraak zelf is vastgesteld op een bepaald bedrag