Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden
Artikel 28 Wetenschappelijk comité en wetenschappelijke panels
Geldend
Geldend vanaf 09-04-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-07-2024.
- Bronpublicatie:
17-01-2024, PbEU L 2024, 2024/908 (uitgifte: 20-03-2024, regelingnummer: 2024/908)
- Inwerkingtreding
09-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-01-2024, PbEU L 2024, 2024/908 (uitgifte: 20-03-2024, regelingnummer: 2024/908)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Het wetenschappelijk comité en de permanente wetenschappelijke panels hebben elk op hun eigen bevoegdheidsgebied tot taak de wetenschappelijke adviezen van de Autoriteit uit te brengen en kunnen zo nodig openbare hoorzittingen organiseren.
2.
Het wetenschappelijk comité is belast met de algemene coördinatie ter waarborging van de samenhang van de wetenschappelijke adviesprocedure, met name ten aanzien van de vaststelling van de werkprocedure en de harmonisatie van de werkmethoden. Het brengt advies uit over multisectorale onderwerpen die onder de bevoegdheid van verscheidene wetenschappelijke panels vallen en over onderwerpen waarvoor geen van de wetenschappelijke panels bevoegd is.
In voorkomend geval en met name voor onderwerpen waarvoor geen van de wetenschappelijke panels bevoegd is, stelt het werkgroepen in. In die gevallen steunt het op de deskundigheid van deze werkgroepen om de wetenschappelijke adviezen vast te stellen.
3.
Het wetenschappelijk comité bestaat uit de voorzitters van de wetenschappelijke panels en zes onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen die niet tot de wetenschappelijke panels behoren.
4.
De wetenschappelijke panels bestaan uit onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen. Bij de oprichting van de Autoriteit worden de volgende wetenschappelijke panels ingesteld:
- a)
het panel voor levensmiddelenadditieven en aroma's;
- b)
het panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in de diervoeding worden gebruikt;
- c)
het panel voor gewasbeschermingsmiddelen en de residuen daarvan;
- d)
het panel voor genetisch gemodificeerde organismen;
- e)
het panel voor voeding, nieuwe voedingsmiddelen en voedselallergenen;
- f)
het panel voor biologische gevaren;
- g)
het panel voor contaminanten in de voedselketen;
- h)
het panel voor diergezondheid en dierenwelzijn;
- i)
het panel voor de gezondheid van gewassen;
- j)
het panel voor voedingsenzymen;
- k)
het panel voor materialen die met levensmiddelen in aanraking komen.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 57 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de eerste alinea wat betreft het aantal en de namen van de wetenschappelijke panels, in het licht van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen en op verzoek van de Autoriteit.
5.
De leden van het wetenschappelijk comité die geen lid van een wetenschappelijk panel zijn, en de leden van de wetenschappelijke panels worden op voordracht van de uitvoerend directeur door de raad van bestuur benoemd voor een termijn van vijf jaar, die kan worden verlengd, nadat hiervoor in het Publicatieblad van de Europese Unie, in relevante toonaangevende wetenschappelijke publicaties en op de website van de Autoriteit een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling bekend is gemaakt. De Autoriteit maakt een dergelijke oproep tot het indienen van blijken van belangstelling bekend nadat de lidstaten in kennis zijn gesteld van de noodzakelijke criteria en expertisegebieden.
De lidstaten moeten:
- a)
de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling bekendmaken op de websites van hun bevoegde autoriteiten en van hun bevoegde instanties die taken uitvoeren die vergelijkbaar zijn met die van de Autoriteit;
- b)
op hun grondgebied gevestigde relevante wetenschappelijke organisaties informeren;
- c)
mogelijke kandidaten aanmoedigen om zich kandidaat te stellen; en
- d)
andere passende maatregelen nemen om de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling te steunen.
5 bis.
De leden van het wetenschappelijk comité die geen lid zijn van wetenschappelijke panels en de leden van de wetenschappelijke panels worden geselecteerd en benoemd overeenkomstig de volgende procedure:
- a)
op basis van de ontvangen sollicitaties na de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling stelt de uitvoerend directeur een ontwerplijst van geschikte kandidaten op met ten minste tweemaal zoveel kandidaten als er nodig zijn voor het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, en stuurt hij de ontwerplijst naar de raad van bestuur met opgave van de specifieke multidisciplinaire expertise die in elk wetenschappelijk panel vereist is;
- b)
op basis van die ontwerplijst gaat de raad van bestuur over tot het benoemen van de leden van het wetenschappelijk comité die geen lid zijn van de wetenschappelijke panels en van de leden van de wetenschappelijke panels, en tot het opstellen van de reservelijst van kandidaten voor het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels;
- c)
de leden van het wetenschappelijk comité die geen lid zijn van de wetenschappelijke panels en de leden van de wetenschappelijke panels worden geselecteerd en benoemd op basis van een procedure die aan de volgende criteria voldoet:
- i)
een hoog niveau van wetenschappelijke deskundigheid;
- ii)
onafhankelijkheid en afwezigheid van belangenconflicten, overeenkomstig artikel 37, lid 2, en overeenkomstig het onafhankelijkheidsbeleid van de Autoriteit en de uitvoering van dat beleid met betrekking tot de leden van de wetenschappelijke panels;
- iii)
de mate waarin wordt voorzien in de behoeften wat betreft de benodigde specifieke multidisciplinaire expertise van het wetenschappelijke panel waarin zij zullen worden benoemd en de toepasselijke talenregeling;
- d)
indien kandidaten over een vergelijkbare wetenschappelijke expertise beschikken, ziet de raad van bestuur erop toe dat bij de benoemingen een zo breed mogelijke geografische spreiding wordt bereikt.
5 ter.
Indien de Autoriteit vaststelt dat er in één of meer wetenschappelijke panels gebrek is aan specifieke expertise, stelt de uitvoerend directeur de raad van bestuur, overeenkomstig de procedure van de leden 5 en 5 bis, de benoeming voor van extra leden van de desbetreffende wetenschappelijke panels.
5 quater.
De raad van bestuur stelt, op basis van een voorstel van de uitvoerend directeur, regels vast betreffende de nadere organisatie en timing van de procedures in de leden 5 bis en 5 ter.
5 quinquies.
De lidstaten en de werkgevers van de leden van het wetenschappelijk comité en van de wetenschappelijke panels geven die leden of de externe deskundigen die deelnemen aan de werkgroepen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, geen instructies die onverenigbaar zijn met de individuele taken van die leden en deskundigen of met de taken, de verantwoordelijkheden en de onafhankelijkheid van de Autoriteit.
5 sexies.
De Autoriteit ondersteunt de taken van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels door hun werkzaamheden te organiseren, met name het voorbereidend werk dat moet worden verricht door het personeel van de Autoriteit of door de in artikel 36 bedoelde aangewezen nationale wetenschappelijke organisaties, waaronder de voorbereiding van wetenschappelijke adviezen met het oog op mogelijke collegiale toetsing door de wetenschappelijke panels voordat zij worden aangenomen.
5 septies.
Elk wetenschappelijk panel heeft maximaal 21 leden.
5 octies.
Leden van wetenschappelijke panels hebben toegang tot alomvattende opleiding over de risicobeoordeling.
6.
Het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels kiezen elk uit hun midden een voorzitter en twee vice-voorzitters.
7.
Het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels nemen hun besluiten bij meerderheid van stemmen van hun leden. Minderheidsstandpunten worden vermeld.
8.
De vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie mogen de vergaderingen van het wetenschappelijk comité, de wetenschappelijke panels en de werkgroepen ervan bijwonen. Zij mogen op verzoek een toelichting of nadere informatie verstrekken, maar mogen de discussies niet trachten te beïnvloeden.
9.
De procedures voor het functioneren en de samenwerking van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de Autoriteit.
Deze procedures hebben met name betrekking op:
- a)
het aantal ambtstermijnen dat een lid van een wetenschappelijk comité of van een wetenschappelijk panel achtereenvolgens mag vervullen;
- b)
het aantal leden van elk wetenschappelijk panel, dat het in lid 5 septies bedoelde maximumaantal niet overstijgt;
- c)
de procedure voor de vergoeding van onkosten van de leden van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels;
- d)
de wijze waarop de taken en verzoeken om wetenschappelijke adviezen aan het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels worden toegewezen;
- e)
de oprichting en organisatie van de werkgroepen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, en de mogelijkheid om externe deskundigen in deze werkgroepen op te nemen;
- f)
de mogelijkheid waarnemers uit te nodigen om de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels bij te wonen;
- g)
de mogelijkheid openbare hoorzittingen te organiseren.