Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
4.9 Lijfrente of arbeidsongeschiktheidsverzekering in het jaar van immigratie
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Een immigrant kan, als hij voor het ontstaan van de binnenlandse belastingplicht een lijfrenteovereenkomst heeft gesloten met een buiten Nederland gevestigd levensverzekeringsbedrijf, de overeenkomst voortzetten door middel van premiebetalingen. Hetzelfde geldt voor een buiten Nederland gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Om in aanmerking te komen voor aftrek van de betaalde premies moet het buitenlandse verzekeringsbedrijf voldoen aan voorwaarden die door de Minister van Financiën worden gesteld (artikel 3.126, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001). Ik stel hierbij de volgende cumulatieve voorwaarden:
- —
De professionele aanbieder of uitvoerder moet zijn onderworpen aan overheidstoezicht dat vergelijkbaar is met het toezicht op grond van de Wft.
- —
Het moet gaan om een voortzetting van een lijfrente- of arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarvan de strekking overeenkomt met een inkomensvoorziening als bedoeld in afdeling 3.7 Wet IB 2001. Hiervan is alleen sprake als het tijdstip van het aangaan van de buitenlandse overeenkomst is gelegen vóór het ontstaan van de binnenlandse belastingplicht. Dat brengt onder meer mee dat vóór het ontstaan van de binnenlandse belastingplicht ten minste een periodieke, contractuele premiebetaling moet hebben plaatsgevonden.
De heffing over het in het buitenland opgebouwde deel gebeurt op basis van artikel 3.100, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 en met de toepassing van afdeling 3.7 van die wet.
Als een immigrant na het moment van immigratie een lijfrenteovereenkomst sluit, ontbreken voor hem in het eerste jaar van binnenlandse belastingplicht de binnenlandse inkomensbestanddelen in het voorafgaande jaar. Per saldo heeft hij in het jaar van immigratie dan geen jaarruimte.
Redelijke wetstoepassing brengt mee dat de immigrant in het eerste jaar van binnenlandse belastingplicht voor de berekening van zijn premiegrondslag voor de lijfrentepremieaftrek, mag uitgaan van zijn dienovereenkomstige buitenlandse inkomensbestanddelen van het voorafgaande kalenderjaar. Desgevraagd verstrekt de immigrant aan de inspecteur de voor de vaststelling van dat buitenlandse inkomen relevante gegevens.