Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/673
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Kan worden volstaan met geneeskundige verklaring ondertekend door de eerste geneeskundige van de (niet Bopz-aangemerkte) kliniek waar de patiënte vrijwillig verbleef?
HR 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:815
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 mei 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
19/00845
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS56531:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:815, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:445, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Kan worden volstaan met geneeskundige verklaring ondertekend door de eerste geneeskundige van de (niet Bopz-aangemerkte) kliniek waar de patiënte vrijwillig verbleef?
Samenvatting
Bij een verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging als bedoeld in art. 2 Wet Bopz moet de officier van justitie ingevolge art. 5 lid 1, eerste volzin, Wet Bopz een verklaring overleggen van een psychiater die de betrokkene met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht maar niet bij diens behandeling betrokken was. Art. 5 lid 1, tweede volzin, Wet Bopz bepaalt voor het in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.