Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 183/2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 08-02-2005
- Bronpublicatie:
12-01-2005, PbEU 2005, L 35 (uitgifte: 08-02-2005, regelingnummer: 183/2005)
- Inwerkingtreding
08-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-01-2005, PbEU 2005, L 35 (uitgifte: 08-02-2005, regelingnummer: 183/2005)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
In deze richtlijn gelden de definities die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 178/2002, behoudens de volgende specifieke definities:
- a)
‘diervoederhygiëne’: de maatregelen en voorschriften die nodig zijn om de aan een diervoeder verbonden gevaren tegen te gaan en de geschiktheid van een diervoeder voor dierlijke consumptie te waarborgen, met inachtneming van het beoogde gebruik;
- b)
‘exploitant van een diervoederbedrijf’: natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de naleving van de in deze verordening vastgestelde voorschriften in het diervoederbedrijf waarover hij de leiding heeft;
- c)
‘toevoegingsmiddelen’: stoffen of micro-organismen die zijn toegelaten krachtens Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1);
- d)
‘inrichting’: een onderdeel van een diervoederbedrijf;
- e)
‘bevoegde autoriteit’: de autoriteit van een lidstaat of een derde land die aangewezen is om officiële controles uit te voeren;
- f)
‘primaire productie van diervoeders’: de productie van landbouwproducten, daaronder met name begrepen het telen, het oogsten, het melken, het fokken van dieren (voorafgaande aan het slachten) of het vissen, waarmee uitsluitend producten worden verkregen die geen andere handelingen na de oogst, verzameling of vangst ondergaan dan een eenvoudige fysieke behandeling.
Voetnoten
PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.