RvdW 2019/1203
Aanhoudingsverzoek ter terechtzitting van niet gemachtigde raadsman, die geen contact meer heeft met verdachte, opdat hij alsnog machtiging verkrijgt en verdachte zijn aanwezigheidsrecht kan uitoefenen. Mede gelet op NJ 2019/285, m.nt. Mevis is afwijzing van het aanhoudingsverzoek niet zonder meer begrijpelijk, nu het verzoek i.h.b. ertoe strekt de in art. 279 lid 1 Sv bedoelde machtiging te verkrijgen van verdachte en uit de motivering van de afwijzing niet blijkt dat het hof de vereiste belangenafweging heeft gemaakt. Volgt vernietiging en terugwijzing.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/03970
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1740, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:927, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2019
Essentie
Aanhoudingsverzoek ter terechtzitting van niet gemachtigde raadsman, die geen contact meer heeft met verdachte, opdat hij alsnog machtiging verkrijgt en verdachte zijn aanwezigheidsrecht kan uitoefenen. Mede gelet op NJ 2019/285, m.nt. Mevis is afwijzing van het aanhoudingsverzoek niet zonder meer begrijpelijk, nu het verzoek i.h.b. ertoe strekt de in art. 279 lid 1 Sv bedoelde machtiging te verkrijgen van verdachte en uit de motivering van de afwijzing niet blijkt dat het hof de vereiste belangenafweging heeft gemaakt. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03970
Datum ...