RvdW 2014/1244
Opschortingsrecht. Staat contractueel verrekeningsverbod in de weg aan opschorting ter verkrijging van schadevergoeding?; strekking opschortingsbevoegdheid. Gedeeltelijke werking ontbindingsverklaring.
HR 31-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3072
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
13/03115
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3072, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
Opschortingsrecht. Staat contractueel verrekeningsverbod in de weg aan opschorting ter verkrijging van schadevergoeding?; strekking opschortingsbevoegdheid. Gedeeltelijke werking ontbindingsverklaring.
Het hof heeft kennelijk uit de proceshouding van de eiseres tot cassatie (de opdrachtgever) na het faillissement van de opdrachtnemer afgeleid dat zij zich niet langer beriep op opschorting in afwachting van nakoming, maar alleen op opschorting in verband met de door haar in reconventie gevorderde schadevergoeding. Dit oordeel berust op een aan het hof voorbehouden uitleg van de gedingstukken en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.
Nu het hof niet het tegendeel heeft vastgesteld, moet in cassatie veronderstellenderwijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.