NJ 2013/436
Ernstige psychische klachten geen zwaar lichamelijk letsel. Toepassing art. 63 Sr ten onrechte achterwege gelaten. Voor TBS niet vereist dat feiten het gevolg zijn van de geestesgesteldheid van de verdachte.
HR 19-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9407, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 februari 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, J. Wortel, N. Jörg
- Zaaknummer
12/04437 CW
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
N. Keijzer
- LJN
BX9407
- JCDI
JCDI:ADS127692:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BX9407, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX9407, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
1. Slachtoffers hebben (ernstige) psychische klachten als gevolg van de door de verdachte gepleegde zedenmisdrijven. Deze psychische gevolgen, die niet zonder meer zijn aan te merken als een (ver)storing van de verstandelijke vermogens in de zin van art. 82, tweede lid, Sr, leveren geen ‘zwaar lichamelijk letsel’ als bedoeld in art. 248, eerste lid, Sr.
2. Art. 63 Sr moet volgens de Hoge Raad in LJN AS5556, NJ 2006/10 aldus worden uitgelegd dat de rechter a) moet nagaan wat de maximaal op te leggen tijdelijke gevangenisstraf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.