V-N 2023/8.13
Hofoordeel over bewijs bestanddeel vergrijpboete in lijn met nieuwe strengere lijn Hoge Raad
HR 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:97, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2023
- Magistraten
Koopman, Faase, Boerlage, Van Eijsden, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/01072
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688462:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:97, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:783, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad volgt niet de suggestie van A-G Niessen om de vergrijpboete op een ambtshalve bijgebrachte grond te vernietigen. De Hoge Raad is namelijk van oordeel dat Hof Amsterdam wel degelijk rekening heeft gehouden met de nieuwe, strengere maatstaf voor bewijs van opzet of grove schuld bij vergrijpboeten.
Samenvatting
Aan X is een navorderingsaanslag IB/PVV 2009 met vergrijpboete opgelegd. Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de navorderingsaanslag mocht opleggen, omdat X te kwader trouw is. Ook de vergrijpboete laat het hof in stand.
De Hoge Raad volgt niet de suggestie van A-G Niessen om de vergrijpboete ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.