Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Artikel 12 Beoordelingsperiode
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegde autoriteiten zenden de kandidaat-verwerver terstond en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de ingevolge artikel 11, lid 1, eerste alinea, vereiste kennisgeving, alsook na ontvangst op een later tijdstip van de in lid 2 bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging.
De bevoegde autoriteiten hebben vanaf de datum van de schriftelijke ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle door de lidstaat vereiste documenten van de in artikel 13, lid 4, bedoelde lijst die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden, een termijn van 60 werkdagen (de ‘beoordelingsperiode’), om de beoordeling uit te voeren.
De bevoegde autoriteiten stellen de kandidaat-verwerver bij de ontvangstbevestiging in kennis van de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.
2.
De bevoegde autoriteiten mogen, indien nodig, tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om de beoordeling af te ronden. In dit verzoek, dat schriftelijk moet worden gedaan, is vermeld welke aanvullende informatie nodig is.
Vanaf de datum van het verzoek van de bevoegde autoriteiten om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver wordt de beoordelingsperiode onderbroken. De onderbreking duurt ten hoogste 20 werkdagen. Eventuele aanvullende verzoeken van de bevoegde autoriteiten ter vervollediging of verduidelijking van de informatie staan ter discretie van de bevoegde autoriteiten maar mogen geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg hebben.
3.
De bevoegde autoriteiten kunnen de in lid 2, tweede alinea, bedoelde onderbreking tot ten hoogste 30 werkdagen verlengen indien de kandidaat-verwerver:
- a)
een natuurlijke of rechtspersoon is die buiten de Unie is gevestigd of aan reglementering onderworpen is;
- b)
een natuurlijke of rechtspersoon is, en niet onderworpen is aan toezicht uit hoofde van deze richtlijn of Richtlijn 2009/65/EG, Richtlijn 2009/138/EG of Richtlijn 2013/36/EU.
4.
Indien de bevoegde autoriteiten na voltooiing van hun beoordeling besluiten zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, geven zij de kandidaat-verwerver daarvan binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden schriftelijk kennis en delen zij de redenen voor dat besluit mede. Onverminderd het nationale recht kan een passende motivering van het besluit op verzoek van de kandidaat-verwerver openbaar worden gemaakt. Dit neemt niet weg dat een lidstaat de bevoegde autoriteit kan toestaan deze informatie openbaar te maken zonder dat de kandidaat-verwerver daarom heeft verzocht.
5.
Indien de bevoegde autoriteiten zich binnen de beoordelingsperiode niet schriftelijk tegen de voorgenomen verwerving verzetten, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.
6.
De bevoegde autoriteiten mogen voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen.
7.
De lidstaten mogen geen voorschriften inzake kennisgeving aan en goedkeuring door de bevoegde autoriteiten van rechtstreekse of middellijke verwervingen van stemrechten of kapitaal opleggen die stringenter zijn dan de bepalingen van deze richtlijn.
8.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen ter vaststelling van een uitputtende lijst van de in artikel 13, lid 4, bedoelde informatie, die kandidaat-verwervers in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd lid 2 van dit artikel.
ESMA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
9.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de modaliteiten van het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 11, lid 2.
ESMA legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.