Rb. Maastricht, 11-05-2011, nr. 03/700110-10
ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ4797, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Maastricht
- Datum
11-05-2011
- Zaaknummer
03/700110-10
- LJN
BQ4797
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ4797, Uitspraak, Rechtbank Maastricht, 11‑05‑2011; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2014:121, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2014:123, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 11‑05‑2011
Inhoudsindicatie
Promis vonnis - inhoudsindicatie: De rechtbank heeft een 31-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van 2 jaar wegens, kort gezegd, internetoplichting. Daarnaast moet hij aan 26 benadeelde partijen een schadevergoeding betalen. De rechtbank acht bewezen dat de man 37 personen via de internetsite marktplaats.nl heeft opgelicht. Hij bood onder verschillende namen gewilde concertkaartjes, hartslagmeters en fietsonderdelen aan. Na een bedrag te zijn overeengekomen met de koper van een goed, waarvoor de man - of in een enkel geval de koper - een advertentie had geplaatst, liet hij het geld overmaken op één van zijn rekeningen. Soms boekte hij de door de kopers gestorte bedragen door naar een andere bankrekening van hem zelf. Het gekochte goed werd nimmer geleverd en de aanbieder werd (na verloop van tijd) voor de kopers onbereikbaar. In een aantal gevallen werd na de betaling nog gecorrespondeerd over het uitblijven van de levering van het gekochte. Daarbij werden door de man diverse redenen voorgewend waardoor de levering (nog) niet mogelijk was.
Partij(en)
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/700110-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 mei 2011
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsman is mr. B.H.M. Nijsten, advocaat te Maastricht.
1. Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 april 2011, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2. De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte 38 personen via internet heeft opgelicht.
3. De beoordeling van het bewijs
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode juli 2009 tot en met februari 2010 ten minste 39 personen heeft opgelicht. In voornoemde periode werd door aangevers gereageerd op advertenties op de internetsite Marktplaats voor concertkaarten, hartslagmeters en racefietsonderdelen. De aangevers hadden e-mailcontact met de aanbieder, waarna de aangevers het overeengekomen geldbedrag moesten overmaken naar een rekeningnummer dat door de aanbieder werd opgegeven. Na ontvangst van het geld zouden de goederen per post worden verzonden naar de aangevers. De goederen werden echter nooit geleverd. De officier van justitie wijst in dit verband onder andere op het volgende. De in de aangiftes genoemde rekeningnummers stonden op naam van verdachte, zo blijkt uit gegevens naar aanleiding van ‘artikel 126nc Sv’-vorderingen. Verdachte heeft erkend dat de rekeningen van hem zijn en dat hij de enige gemachtigde is. Uit de middels een ‘artikel 126nd Sv’-vordering bij enkele banken opgevraagde boekingsgegevens volgt dat de door aangevers gestorte bedragen zijn binnengekomen op de rekeningen van verdachte. Voorts wijst de officier van justitie erop dat enkele malen bedragen werden doorgeboekt naar andere rekeningnummers van verdachte. Verdachte heeft ook bekend dat hij bedragen soms heeft doorgeboekt. Ook wijst de officier van justitie erop dat een aantal keer onderzoek is verricht naar het IP-adres van waaruit de advertentie werd geplaatst; het bleek te gaan om de bibliotheek te Sittard en de internetverbinding van [ex-vriendin verdachte], met wie verdachte in die tijd een relatie had. De verklaring van verdachte dat hij niemand heeft opgelicht en dat hij door een ander of anderen erin wordt geluisd, acht de officier van justitie volstrekt ongeloofwaardig.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Verdachte is van mening dat een ander of anderen hem een loer draaien vanwege zijn verleden. De verdediging voert aan dat de naam van verdachte veelvuldig voorkomt op internet, waar hij wordt beschreven als een oplichter. Op diverse sites staan rekeningnummers die kunnen worden ‘gelinkt’ aan verdachte.
Vastgesteld kan worden dat er rekeningnummers zijn die op naam van verdachte staan. Echter, niet van alle rekeningnummers bevinden zich de openingsformulieren in het dossier (bijvoorbeeld niet van de Bink Bank). Ook kan worden vastgesteld dat geldbedragen op de rekeningen zijn binnengekomen. Verdachte heeft stellig ontkend correspondentie gevoerd te hebben met de aangevers. De in de aangiftes genoemde e-mailadressen zijn niet van verdachte. Het is de vraag of een IP-adres wel zo ‘heiligmakend’ is. Het is heel goed mogelijk dat er (door een ander of anderen) IP-adressen zijn gebruikt, die kunnen worden ‘gelinkt’ aan verdachte. Het overgrote deel van de IP-adressen kan echter niet worden gekoppeld aan verdachte. Hoewel verdachte wel eens gebruik heeft gemaakt van de internetmogelijkheden in de bibliotheek te Sittard, kan niet worden vastgesteld dat verdachte daar toen op dat moment is geweest. Ook zou verdachte gebruik hebben gemaakt van het IP-adres van een ex-vriendin, hetgeen kan worden gelinkt aan verdachte. Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting antwoord gegeven op de vraag waarom hij de bedragen niet heeft teruggeboekt. Feit is dat het niet is gebeurd. Maar daarmee staat nog niet vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Er bevindt zich voldoende wettig bewijs in het dossier. Het komt volgens de verdediging aan op de betrouwbaarheid van de verklaring van verdachte. Het is de vraag in hoeverre de rechtbank de verklaring van verdachte gelooft.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Aangiftes
Door een groot aantal mensen is in de periode van 18 september 2009 tot en met 24 februari 2010 aangifte van oplichting gedaan:
- -
[Benadeelde partij 1], wonende te Anna Paulowna, heeft op 16 juli 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 1] concertkaartjes aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 90,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 1] op 22 juli 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [aliasnaam 1]. De kaartjes zijn niet geleverd. Daarover heeft de verkoper op 15 augustus 2009 gemaild dat zij met spoed vanuit Londen was geroepen omdat haar moeder in kritieke toestand in een ziekenhuis in Groningen lag. Er werd gesproken over de crematie van haar moeder op 17 augustus 2009 en over zaken die bij de notaris geregeld moesten worden op
- 19.
augustus 2009. Daardoor liep de verzending van de kaartjes vertraging op. [benadeelde partij 1] heeft nadien nog enkele malen per mail geïnformeerd naar de kaartjes, maar heeft hierop geen antwoord ontvangen. Op 18 september 2009 heeft [benadeelde partij 1] aangifte gedaan van oplichting.;
- -
[benadeelde partij 2], wonende te Nederweert, heeft op 16 september 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 2]concertkaartjes aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 131,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 2] op 17 september 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 2] ten name van [aliasnaam 2]. Ongeveer twee dagen nadat het geld was overgemaakt, ontving [benadeelde partij 2] een e-mail van [aliasnaam 2] dat zijn vader ziek was en dat zijn vader in Italië woonde. [aliasnaam 2] ging met spoed naar Italië en zou de kaarten op een later tijdstip toesturen. De kaartjes zijn niet geleverd. Op e-mails van [benadeelde partij 2] nadien werd geen reactie meer ontvangen. Op 20 november 2009 heeft [benadeelde partij 2] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 3], wonende te Landgraaf, heeft op 21 september 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 3] theaterkaartjes aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 106,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 3] op 23 september 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 2] ten name van [aliasnaam 3]. De kaartjes zijn niet geleverd. In het e-mailverkeer over het uitblijven van de ontvangst van de kaartjes werd door de verkoper gemeld dat ze met spoed was opgeroepen naar Amerika voor werk, terwijl elders werd opgemerkt dat het slecht was gegaan in Bordeaux met overlijden als gevolg. Op 7 december 2009 heeft [benadeelde partij 3] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 4], wonende te Katwijk (Zh) heeft gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 3] concertkaartjes aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 161,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 4] op 25 september 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 3] ten name van [aliasnaam 3]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 15 oktober 2009 heeft [benadeelde partij 4] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 5], wonende te Mechelen, heeft op 25 september 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 4] concertkaartjes aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 110,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 5] op 29 september 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 4] ten name van [aliasnaam 4]. Op 18 oktober 2009 heeft [benadeelde partij 5] een e-mail ontvangen van [aliasnaam 4]dat haar moeder in het ziekenhuis lag en dat ze even geen tijd had om [benadeelde partij 5] de kaartjes toe te sturen. De kaartjes zijn niet geleverd. [benadeelde partij 5] heeft nog enkele malen getracht om met [aliasnaam 4]in contact te komen, maar kreeg geen respons meer. Op 29 december 2009 heeft [benadeelde partij 5] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 6] heeft op 27 september 2009 gereageerd op een advertentie met nummer 282204364 op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 5] een hartslagmeter aanbiedt. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 150,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 6] diezelfde dag overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 3] ten name van [aliasnaam 5]. De hartslagmeter is niet geleverd. Op 30 september 2009 heeft [benadeelde partij 6], wonende te Vlissingen, aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 7], wonende te Den Hoorn, heeft op 3 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 6] concertkaartjes aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 116,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 7] op 29 september 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 5]. Op 18 oktober 2009 heeft [aliasnaam 6] gemaild dat zij op dat moment niet in Nederland was, dat haar vader kritiek was opgenomen in Barcelona aan zijn hart en dat zij met spoed was opgeroepen. Ze zou laten weten wanneer ze thuis was en dan zou ze de kaarten verzenden. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 27 november 2009 heeft [benadeelde partij 7] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 8], wonende te Nuenen, heeft gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 4] twee concertkaartjes voor Guus Meeuwis aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 106,25 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 8] op 9 oktober 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 4]. De kaartjes zijn niet geleverd. [benadeelde partij 8] heeft zelf ook een advertentie voor concertkaartjes van Guus Meeuwis geplaatst op Marktplaats.nl. Op 2 oktober 2009 werd hierop door ene [aliasnaam 7] gereageerd. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 116,75 voor twee kaartjes overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 8] op 7 oktober 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 2] ten name van [aliasnaam 7]. Ook deze kaartjes zijn niet geleverd. In een e-mail van 24 november 2009 schreef [aliasnaam 7] dat zij een verkeerd nummer had gegeven aan [benadeelde partij 8] en dat [benadeelde partij 8] wellicht haar bank om terugboeking kon vragen. Op 8 december 2009 heeft [benadeelde partij 8] aangifte gedaan van oplichting, gepleegd in haar woonplaats Nuenen;
- -
[benadeelde partij 9], wonende te Borger, heeft op 5 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 8] twee kaartjes voor een concert van Anouk aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van
€ 116,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 9] op 8 oktober 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 5]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 23 november 2009 heeft [benadeelde partij 9] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 10], wonende te Castricum, heeft op 11 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 9] twee kaartjes voor een concert van Muse aanbood. In een daaropvolgend telefoongesprek op 12 oktober 2009 met ene [aliasnaam 10] werd een bedrag overeengekomen. Op 13 oktober 2009 werd door [benadeelde partij 10] een bedrag van € 130,00 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 9]. In een e-mail van 11 oktober 2009 gaf [aliasnaam 9] aan dat zij tot vrijdag in Parijs was maar dat [benadeelde partij 10] haar man kon bellen. In een e-mail van 24 oktober 2009 schreef [aliasnaam 9] dat zij nog niet terug was uit Amerika. Verder vermeldde zij in die e-mail dat haar schoonvader ook opgenomen scheen te zijn in het ziekenhuis, ze kreeg haar man namelijk niet te pakken. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 4 december 2009 heeft [benadeelde partij 10] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 11], wonende te Arnhem, heeft op 8 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 11] twee kaartjes voor een concert van Muse aanbood. Er werd een bedrag van € 106,75 overeengekomen. Op 10 oktober 2009 werd dit bedrag door [benadeelde partij 11] overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 11]. Nadat het geld was overgemaakt hoorde [benadeelde partij 11] niets meer. Zij heeft toen een e-mail gestuurd met de vraag of er problemen waren. Een paar dagen liet [aliasnaam 11] weten dat ze door nare omstandigheden niet thuis was. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 25 november 2009 heeft [benadeelde partij 11] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 12], wonende te Maasluis, heeft op 10 oktober 2009 via marktplaats.nl gereageerd op een advertentie, waarin ene [aliasnaam 9] twee kaartjes voor een concert van Muse aanbood. Via de mail werd met [aliasnaam 9] een bedrag van € 116,75 voor de kaartjes en verzendkosten afgesproken. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 12] op 12 oktober 2009 overgemaakt op rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 9]. De kaarten zijn niet geleverd. Op 16 november 2009 heeft [benadeelde partij 12] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 13], wonende te Heiloo, heeft op 11 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 12] vier kaartjes voor een concert van K3 op 8 november 2009 aanbood. Een bedrag van € 131,75 werd overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 13] op 14 oktober 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 5]. In een e-mail werd door [aliasnaam 12]aangegeven dat zij plots met spoed naar Amerika was geroepen. Haar vader lag in kritieke toestand. Ze vroeg het bankrekeningnummer van [benadeelde partij 13] om het geld terug te storten. De kaartjes zijn niet geleverd en [benadeelde partij 13] heeft haar geld niet terug ontvangen. Op 8 december 2009 heeft [benadeelde partij 13] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 14], wonende te Zevenbergen, heeft op 13 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 8]twee kaartjes voor een concert van Andre Rieu op 10 juli 2010 aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 206,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 14] op 14 oktober 2009 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rek.nr. 5]. In e-mailcorrespondentie naar aanleiding van het uitblijven van de kaartjes, gaf [aliasnaam 8] aan dat haar vader in kritieke omstandigheden was opgenomen aan zijn hart in het ziekenhuis. Daarom zat ze in Amerika. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 30 oktober 2009 heeft [benadeelde partij 14] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 15], wonende te Almere, heeft gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 12] vier kaartjes voor een concert van K3 op 8 november 2009 aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 111,76 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 15] op 13 oktober 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 4] ten name van [aliasnaam 12]. De kaartjes zijn niet geleverd. Het concert had reeds op 8 november 2009 plaatsgevonden. Op 3 december 2009 heeft Van [benadeelde partij 15] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 16], wonende te Hoorn (Nh) heeft op 17 oktober 2009 een advertentie geplaatst op marktplaats.nl voor twee kaartjes voor een concert van Muse op
- 14.
november 2009. Op 18 oktober 2009 werd hierop door ene [aliasnaam 13] gereageerd. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 127,00 voor twee kaartjes overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 16] op 20 oktober 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [aliasnaam 13]. In e-mailverkeer naar aanleiding van het uitblijven van de kaartjes, schreef [aliasnaam 13] op 19 oktober 2009 dat ze in Milaan was voor werk en dat [benadeelde partij 16] wel haar man kon bellen. Op 30 oktober 2009 schreef [aliasnaam 13] dat ze voor werk in Amerika was. Op 1 november 2009 schreef [aliasnaam 13] dat ze haar man niet te pakken kreeg en dat toen ze vertrok, haar schoonvader in het ziekenhuis lag met complicaties aan zijn hart. Ze schreef verder dat ze de kaartjes bij zich had. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 18 november 2009 heeft [benadeelde partij 16] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 17], wonende te Zeist, heeft op 18 oktober 2009 een advertentie geplaatst op marktplaats.nl voor kaartjes voor een concert van Guus Meeuwis op
- 11.
juni 2010. Hierop werd door ene [aliasnaam 13] gereageerd. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 117,00 voor twee kaartjes overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 17] op 26 oktober 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [aliasnaam 13]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 17 november 2009 heeft [benadeelde partij 17] aangifte gedaan van oplichting;
- -
Op 21 oktober 2009 heeft de echtgenote van [benadeelde partij 18], wonende te Veghel, gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin door [aliasnaam 9] twee kaartjes werden aangeboden voor een concert van Nick en Simon. Via de e-mail werd een bedrag van € 76,75 overeengekomen. Op 24 oktober 2009 werd het bedrag door aangever overgemaakt op rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [aliasnaam 14]De kaartjes zijn niet geleverd. Op 19 november 2009 heeft [benadeelde partij 18]aangifte gedaan van oplichting.
- -
[benadeelde partij 19], wonende te Gemert, heeft op 22 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 15] kaartjes voor een concert van Anouk op 12 november 2009 aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 106,75 (inclusief verzendkosten) overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 19] overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [aliasnaam 15]. De exacte datum van betaling weet [benadeelde partij 19] niet meer. Hij weet wel dat het geld op 31 oktober 2009 van zijn rekening is afgeschreven. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 9 november 2009 heeft [benadeelde partij 19] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 20], wonende te Noordwijk (Zh) heeft gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 13] twee kaartjes voor een concert van Guus Meeuwis op 12 juni 2010 aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 106,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 20] op 27 oktober 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 1]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 5 november 2009 heeft [benadeelde partij 20] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 21], wonende te Sint Philipsland, heeft op of omstreeks 1 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin twee kaartjes voor een concert van Muse op 14 november 2009 werden aangeboden. [benadeelde partij 21] heeft nog dezelfde dag een bedrag van € 50,00 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 9]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 10 november 2009 heeft [benadeelde partij 21] aangifte gedaan van oplichting;
- -
Namens [benadeelde partij 22], wonende te Hoorn, heeft zijn dochter [naam dochter] gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 16] kaarten voor een concert van Andre Rieu aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 196,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 22] op 2 november 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 16]. In e-mailverkeer gaf [aliasnaam 16] aan dat zij in Amerika zat en dat de kaartjes bij haar vriend in Rottummeroog opgehaald konden worden. Overeengekomen werd dat de kaartjes per post zouden worden toegezonden. In e-mailverkeer naar aanleiding van het uitblijven van de kaartjes werd namens [benadeelde partij 22] aangegeven dat hij het rekeningnummer had gecheckt en dat de rekening op naam van [naam verdachte] zou staan. Daarop deelde [aliasnaam 16] mede dat er inderdaad iets fout was gegaan en dat [benadeelde partij 22] misschien de bank kon vragen een en ander terug te draaien De kaartjes zijn niet geleverd. Op 5 november 2009 heeft [benadeelde partij 22] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 23], wonende te Damwoude, heeft op 31 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin twee kaartjes voor een concert van Anouk op 4 december 2009 werden aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 96,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 23] op 3 november 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 17]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 30 november 2009 heeft [benadeelde partij 23] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 24], wonende te Veldhoven, heeft op 1 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin een bedieningshandel voor op de racefiets (een zogenaamde ‘[merk fiets]’) werd aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 90,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 24] op 3 november 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van
[aliasnaam 18]. Het goed is niet geleverd. In e-mailcorrespondentie heeft [aliasnaam 18] aangegeven dat zij de betaling niet heeft ontvangen en dat zij een fout heeft gemaakt bij het doorgeven van haar bankrekeningnummer. Op 25 november 2009 heeft [benadeelde partij 24] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 25], wonende te Zaltbommel, heeft op 2 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin kaartjes voor een concert van Rammstein op 6 december 2009 werden aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 180,00 overeengekomen, waarvan € 90,- aanbetaald moest worden. Als de twee kaartjes waren aangekomen diende [benadeelde partij 25]nogmaals een bedrag van
€ 90,00 over te maken. Het eerste bedrag van € 90,00 werd direct door [benadeelde partij 25]op overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 19]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 5 december 2009 heeft [benadeelde partij 25]aangifte gedaan van oplichting, gepleegd;
- -
[benadeelde partij 26], wonende te Heerhugowaard, heeft op 11 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin een sporthorloge werd aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 120,00 overeengekomen. Een bedrag van € 126,75 (inclusief verzendkosten) werd door [benadeelde partij 26] op
- 15.
november 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 6] ten name van
[aliasnaam 20]. Het horloge is niet geleverd. Op 15 december 2009 heeft [benadeelde partij 26] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 27],wonende te Utrecht, heeft op 27 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin twee kaartjes voor een concert van Anouk werden aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van
€ 121,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 27] op 30 november 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 7] ten name van [aliasnaam 21]. In e-mailverkeer naar aanleiding het uitblijven van de kaartjes, schreef [aliasnaam 21] dat ze met spoed was opgeroepen naar Amerika waar haar ouders wonen. Haar vader was met spoed opgenomen op de IC. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 4 december 2009 heeft [benadeelde partij 27] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 28], wonende te Wierden, heeft eind 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin een ‘bedieningshendel’ voor op de racefiets (een zogenaamde ‘[merk fiets]’) werd aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 81,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 28] op 4 januari 2010 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 7] ten name van [aliasnaam 22]. Het goed is niet geleverd. Op 4 januari 2010 heeft [benadeelde partij 28] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 29], wonende te Veenendaal heeft op 6 januari 2010 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin een hartslagmeter werd aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 80,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 29] op 9 januari 2010 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 8]ten name van [aliasnaam 23]. De hartslagmeter is niet geleverd. Op
- 15.
januari 2010 heeft [H] namens [benadeelde partij 29] aangifte gedaan van oplichting;
- -
De man van [benadeelde partij 30], genaamd [S.] en wonende te Best, heeft medio december 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ‘[merk fiets]’ werden aangeboden. Door [S.] werd op 23 december 2009 een bedrag van € 196,75 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 8]ten name van
[aliasnaam 24] te Venlo. Het goed is niet geleverd. In e-mailverkeer werd door [aliasnaam 24] aangegeven dat ze op dat moment in Amerika zaten en dat het geld nog niet binnen was toen ze weggingen. Op 25 januari 2010 heeft [benadeelde partij 30] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 31], wonende te Bussum heeft op 8 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 9] uit Terneuzen twee kaartjes voor een concert van Muse op 14 november 2009 aanbood. In het daaropvolgende
e-mailverkeer werd een bedrag van € 106,75 (€100,00 voor de kaarten en € 6,75 verzendkosten) overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 31] op 12 oktober 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 5] ten name van [aliasnaam 9]. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 7 december 2009 heeft [benadeelde partij 31] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 32], wonende te Heerenveen, heeft op 28 oktober 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin een hartslagmeter werd aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer wordt een bedrag van € 116,75 (€ 110,00 voor de hartslagmeter en € 6,75 aan verzendkosten) overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 32] op 29 oktober 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [aliasnaam 20]. In e-mailverkeer naar aanleiding van het uitblijven van de levering werd door [aliasnaam 20] gesteld dat hij dacht een fout gemaakt te hebben. Het rekeningnummer, waarop het geld was overgemaakt, was namelijk niet van hem. Hij vroeg [benadeelde partij 32] om de bank te verzoeken een terugboeking te doen. De hartslagmeter is niet geleverd. Op 27 november 2009 heeft [benadeelde partij 32] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 33], wonende te Oud-Vossemeer, heeft op 18 januari 2010 een advertentie geplaatst op marktplaats.nl voor kaartjes voor een concert van Guus Meeuwis op 14 juni 2010. Hierop werd door ene [aliasnaam 25] gereageerd. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 106,75 voor twee kaartjes overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 33] op 19 januari 2010 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 9] ten name van [aliasnaam 25]. Nadien heeft verschillende malen e-mailcontact plaatsgevonden. Daarin werd door [aliasnaam 25] aangegeven dat haar man in het ziekenhuis lag en dat ze het geld niet had ontvangen. Het gebruikte nummer was volgens [aliasnaam 25] niet van haar.De kaartjes zijn niet geleverd. Op 24 februari 2010 heeft [benadeelde partij 33] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 34], wonende te Houten, heeft op 30 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin ene [aliasnaam 26] vier kaartjes voor een concert van K3 op 19 december 2009 aanbood. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 112,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 34] overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 10]. Naar aanleiding van een mail van [benadeelde partij 34] waar de kaartjes bleven, liet [aliasnaam 26] weten dat hij in Amerika zat omdat zijn vader ziek was. De kaartjes zijn niet geleverd en [benadeelde partij 34] heeft ook haar geld niet terug gekregen. Op 13 januari 2010 heeft zij aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 35], wonende te Eindhoven, heeft op 1 februari 2010 een advertentie geplaatst op marktplaats.nl voor kaartjes voor een concert van Guus Meeuwis. Hierop werd door ene [aliasnaam 27] gereageerd. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd door de verkoper aangegeven dat de kaarten voor een bedrag van € 200,00 voor vier kaartjes afgehaald konden worden. Vervolgens werd afgesproken dat de kaarten zouden worden toegestuurd. Door [benadeelde partij 35] werd op 2 februari 2010 € 207,00 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 11] ten name van [aliasnaam 27]. In
e-mailverkeer naar aanleiding van het uitblijven van de kaartjes liet [aliasnaam 27] weten dat ze vanuit Amerika zag dat er iets met het nummer verkeerd was gegaan. De storting was bij hen niet aangekomen. Zij gaf daarbij aan dat wellicht de ontvanger verzocht kon worden om het bedrag terug te boeken. De kaartjes zijn niet geleverd. Op 17 februari 2010 heeft [benadeelde partij 35] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 36], wonende te Zwolle, heeft op 26 december 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin een paar wielrenschoenen werd aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 90,00 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 36] op 27 december 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 7] ten name van [aliasnaam 27]. De schoenen zijn niet geleverd. Op 16 januari 2010 heeft [benadeelde partij 36] aangifte gedaan van oplichting;
- -
[benadeelde partij 37], wonende te Dinxperlo, heeft op 23 augustus 2009 gereageerd op een advertentie met (nummer [xxx]) op marktplaats.nl, waarin een [merknaam] horloge (hartslagmeter) werd aangeboden. Het mailadres van de aanbied(st)er was: [aliasnaam 28]. In het daaropvolgende e-mailverkeer werd een bedrag van € 96,75 overeengekomen. Dit bedrag werd door [benadeelde partij 37] op 25 augustus 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 12]. In daarop volgend e-mailverkeer deelde [aliasnaam 28] mede dat haar vader was overleden en dat ze op dat moment alles in Bordeaux moesten regelen. Het horloge is niet geleverd. Op
- 14.
oktober 2009 heeft [benadeelde partij 37] aangifte gedaan van oplichting, gepleegd in zijn woonplaats Dinxperlo;
- -
[benadeelde partij 38], wonende te Volendam, heeft op 28 november 2009 gereageerd op een advertentie op marktplaats.nl, waarin vier kaartjes voor een concert van K3 werden aangeboden. In het daaropvolgende e-mailverkeer met ene [aliasnaam 26] werd een bedrag van € 106,75 overeengekomen. Dit bedrag is door [benadeelde partij 38] op 3 december 2009 overgemaakt naar rekeningnummer [rek.nr. 13]. Nadien liet [aliasnaam 26] per mail weten dat hij in Amerika zat waar zijn vader op de ic was opgenomen en dat hij de kaarten helaas nog niet had verzonden. De kaartjes zijn niet geleverd en zij heeft ook haar geld niet terug gekregen. Op 21 januari 2010 heeft [benadeelde partij 38] aangifte gedaan van oplichting, gepleegd in haar woonplaats Volendam.
Onderzoeksbevindingen met betrekking tot rekeningnummers
Uit onderzoek van de politie, vaak met behulp van een ‘vordering verstrekking identificerende gegevens’ (ingevolge artikel 126nc Sv), blijkt dat de volgende bankrekeningnummers op naam staan van verdachte [naam verdachte], geboren [geboortegegevens], woonachtig te [adresgegevens]:
- -
rekening [rek.nr. 1] bij Argenta Spaarbank N.V. ;
- -
rekening [rek.nr. 2] bij AKBank N.V. ;
- -
rekening [rek.nr. 3] bij Binckbank ;
- -
rekening [rek.nr. 4] bij AKBank N.V. ;
- -
rekening [rek.nr. 5] bij Triodosbank ;
- -
rekening [rek.nr. 5] bij Argenta Spaarbank N.V. ;
- -
rekening [rek.nr. 6] bij Equens ;
- -
rekening [rek.nr. 8]bij AEGON ;
- -
rekening [rek.nr. 9] bij ABN-AMRO ;
- -
rekening [rek.nr. 10] bij ABN-AMRO ;
- -
rekening [rek.nr. 7] bij AEGON ;
- -
rekening [rek.nr. 12] bij Binckbank.
Met betrekking tot rekening [rek.nr. 11] bevindt zich enkel een ‘vordering verstrekking identificerende gegevens’ (ingevolge artikel 126nc Sv) bij de stukken.
Overige bevindingen van de politie
- (1)
met betrekking tot geldstromen:
Door de politie is een onderzoek ingesteld naar de geldstromen van verschillende rekeningen die door de verdachte werden gehouden bij Argenta Spaarbank (met nummers [rek.nr. 1] en [rek.nr. 5]) en AKBank N.V (met nummers [rek.nr. 2] en [rek.nr. 4]).
Uit dit onderzoek met betrekking tot rekeningnummer [rek.nr. 1] volgt dat verdachte alleen was gemachtigd op deze rekening, alsmede dat er boekingen hebben plaatsgevonden vanaf
- 1.
september 2009 tot en met 5 oktober 2009. Deze rekening werd door verdachte op 5 oktober 2009 beëindigd. Blijkens diverse aangiftes is ook na 5 oktober 2009 geld overgeboekt naar deze rekening. Bij dit rekeningnummer is gebruik gemaakt van een overstapservice. Dit houdt in dat, op verzoek van de rekeninghouder, de bedragen, die na beëindiging van de rekening nog daarop werden overgemaakt , werden doorgeboekt op een rekeningnummer, opgegeven door de (voormalig) rekeninghouder [naam verdachte].
Uit het onderzoek met betrekking tot rekeningnummer [rek.nr. 5] volgt dat:
- -
verdachte ook op deze rekening alleen was gemachtigd;
- -
op deze rekening een groot aantal bedragen binnenkomt;
- -
tussen 12 oktober 2009 en 12 november 2009 geldbedragen worden gestort op voornoemde rekening en dat de ontvangen bedragen kort na bijschrijving worden doorgeboekt naar rekening [rek.nr. 5] van verdachte bij Triodosbank.
Uit het onderzoek met betrekking tot rekeningnummers [rek.nr. 2] en [rek.nr. 4] volgt dat:
- -
verdachte ook op deze rekeningen alleen was gemachtigd;
- -
verdachte voor deze rekeningen schriftelijk heeft aangegeven dat rekening [rek.nr. 5] als ‘tegenrekening‘ moest worden gebruikt;
- -
tussen 22 september 2009 en 21 oktober 2009 geldbedragen werden gestort op voornoemde rekeningen, welke kort na bijschrijving werden doorgeboekt naar rekening [rek.nr. 5] van verdachte bij Triodosbank.
- (2)
Met betrekking tot IP-adressen:
De politie heeft naar aanleiding van de aangifte van oplichting door [benadeelde partij 37] een onderzoek ingesteld. De advertentie met nummer [xxx] is op 21 augustus 2009 vanaf het IP-adres [y] geplaatst, welk adres volgens NCC database via provider Essent Kabelcom is afgegeven aan de openbare bibliotheek, gelegen aan de [B.weg] te Sittard.
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij in de bibliotheek in Sittard komt om te internetbankieren.
Ook is uit onderzoek gebleken dat met het IP-adres [b] een advertentie met nummer [ccc] is geplaatst. Het gaat hier om de in de zaak van aangever
[benadeelde partij 6] geplaatste advertentie. Het IP-adres [b] behoort bij [naam ex-vriendin verdachte] uit Stramproy. [ex-vriendin verdachte] heeft op 24 februari 2010 bij de politie verklaard van mei tot en met september 2009 een relatie met verdachte te hebben gehad en dat verdachte in die periode regelmatig bij haar thuis verbleef. Zij heeft verklaard dat het ongeveer twee jaar geleden was dat zij voor het laatst een advertentie op internet had geplaatst. Verdachte maakte gebruik van haar computer en sloot ook wel eens zijn laptop aan op haar internetverbinding.
Verklaring van de verdachte
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting iedere betrokkenheid bij de oplichtingen ontkend.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard niet te geloven dat hij zo veel rekeningen op zijn naam heeft gehad en dat hij kan zich niet voorstellen dat hij deze rekeningen zelf heeft geopend.
Tijdens de verhoren bij de politie is verdachte geconfronteerd met de verschillende hiervoor genoemde rekeningnummers (behalve rekening [rek.nr. 5] bij Triodosbank en rekening [rek.nr. 12] bij Binckbank; naar deze rekeningen is verdachte niet gevraagd). Deze rekeningen zeggen verdachte aanvankelijk niets, maar als de politie hem voorhoudt dat er onderzoek naar deze rekeningen is verricht, verklaart verdachte dat de rekeningen wel van hem zijn (geweest). Verdachte heeft bij de politie ook verklaard de enige gemachtigde te zijn van zijn bankrekeningen. Verdachte heeft ter terechtzitting bekend wel eens bedragen naar een andere rekening te hebben overgeboekt, maar daarbij is het hem niet opgevallen dat het om geld ging dat hem niet toekwam. Verdachte heeft verklaard dat iemand hem een loer wil draaien.
Verdachte heeft ook geen duidelijke verklaring kunnen geven waarom hij de door hem op zijn rekeningen ontvangen bedragen niet onmiddellijk heeft teruggestort.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte wegens gebrek aan bewijs dient te worden vrijgesproken van de oplichting van [benadeelde partij 35]. Uit het dossier blijkt niet dat het rekeningnummer waarop [benadeelde partij 35] geld heeft overgemaakt op naam van verdachte stond. In die zaak heeft de aanbieder van de kaartjes zich weliswaar bediend van dezelfde naam als de adverteerder in de zaak van [benadeelde partij 36], te weten [aliasnaam 27], maar in de zaak van [benadeelde partij 35] wordt als plaatsnaam waar de kaartjes kunnen worden opgehaald Renesse genoemd, terwijl in de zaak van [benadeelde partij 36] een adres in Brunssum wordt opgegeven.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde oplichtingen heeft gepleegd.
De in totaal twaalf bankrekeningen waarop de aangevers, die uit alle delen van Nederland komen, gelden hebben overgemaakt staan alle op naam van verdachte en hij was ook alleen gemachtigde van deze rekeningen. Daarbij ging het steeds om betaling van goederen die via Marktplaats.nl te koop werden aangeboden/gevraagd. Daarbij was sprake van een vergelijkbare handelwijze. Ook valt op dat door de verkoper, hoewel onder een andere naam en onder gebruikmaking van een ander rekeningnummer op naam van verdachte, vergelijkbare excuses werden gebruikt voor het niet leveren van hetgeen was gekocht, zoals verblijf in het buitenland en ziekte c.q. overlijden van een familielid, danwel het doorgeven van een onjuist bankrekeningnummer waarbij de suggestie wordt gedaan om de bank te vragen het geld terug te boeken. Daarbij zijn de aliassen die worden gebruikt in de e-mailberichten op elkaar gelijkend (bijvoorbeeld [aliasnaam 14] en [aliasnaam 9], alsmede [aliasnaam 8]). Dit alles wijst er naar het oordeel van de rechtbank op dat één persoon achter de oplichtingen zit.
In de zaken [benadeelde partij 37] en [benadeelde partij 6] zijn de advertenties bovendien geplaatst vanaf IP-adressen, waarvan verdachte gebruik maakte.
De rechtbank acht verdachtes verhaal, dat iemand hem een loer wil draaien door te doen voorkomen of verdachte de persoon achter de oplichtingen is, volstrekt ongeloofwaardig. De rechtbank acht het zeer onwaarschijnlijk dat een derde op de hoogte is van alle twaalf rekeningen van verdachte. Voorts is vast komen te staan dat verdachte in een aantal gevallen geld heeft doorgeboekt naar een andere rekening van hem, hetgeen verdachte ook heeft toegegeven. Niet valt in te zien wat een derde, die verdachte een loer zou willen draaien, hiermee zou opschieten. Verdachte heeft in dat verband nog opgemerkt dat hij door toedoen van die derde nu voor de rechtbank moet verschijnen. Echter, indien verdachte de op zijn rekeningen bijgeschreven bedragen zou hebben teruggeboekt, zoals ook al meermalen door de bank is verzocht, dan zou het mogelijk niet tot een strafvervolging zijn gekomen. Daarbij hebben de banken het verdachte in een aantal gevallen gemakkelijk gemaakt deze bedragen terug te boeken door in hun verzoek de naam en het bankrekeningnummer van de verzoeker te vermelden. Verdachte is echter niet overgegaan tot terugboeking.
De rechtbank heeft geen aanwijzingen in het dossier aangetroffen dat rekeningen worden gehackt, zoals op enig moment door verdachte is geopperd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van 1 juli 2009 tot en met 22 februari 2010 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen en/of te Anna Paulowna en/of te Nederweert en/of te Landgraaf en/of te Katwijk (Zh) en/of te Mechelen en/of te Vlissingen en/of te Den Hoorn en/of te Nuenen en/of te Borger en/of te Castricum en/of te Arnhem en/of te Maassluis en/of te Heiloo en/of te Zevenbergen en/of te Almere en/of te Hoorn (Nh) en/of te Zeist en/of te Veghel en/of te Gemert en/of te Noordwijk (Zh) en/of te Sint Philipsland en/of te Hoorn (Nh) en/of te Damwoude en/of te Veldhoven en/of te Zaltbommel en/of te Heerhugowaard en/of te Utrecht en/of te Wierden en/of te Veenendaal en/of te Best en/of te Bussum en/of te Heerenveen en/of te Oud-Vossemeer en/of te Houten en/of te Zwolle en/of te Dinxperlo en/of te Volendam, (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partijen 1 t/m 38] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich op de internetsite Marktplaats.nl heeft voorgedaan als bonafide verkoper van concertkaarten en/of hartslagmeters en/of (race)fietsonderdelen, en/of waarbij hij, verdachte, zich heeft voorgedaan als [aliasnaam 1 t/m 28], en/of waarbij hij, verdachte (telkens) met die kopers heeft afgesproken dat ze de koopsom moesten overmaken naar een door hem, verdachte, opgegeven en aan hem, verdachte, toebehorend rekeningnummer, waarna hij, verdachte, de goederen naar de kopers zou verzenden, waardoor voornoemde [benadeelde partijen 1 t/m 38] telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4. De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
oplichting, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5. De strafoplegging
5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van
- 8.
maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en met oplegging van een proeftijd van 2 jaren. Aan deze proeftijd dient volgens de officier van justitie de door de reclassering geformuleerde bijzondere voorwaarde te worden verbonden, dat verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen van de reclassering (meldingsgebod), ook indien deze een ambulante behandeling bij FPK ‘De Horst’ of bij Mondriaan Zorggroep inhouden.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om, indien zij toch tot een veroordeling mocht komen, in ieder geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. In dat geval kan een taakstraf opgelegd worden. Het is nog maar de vraag of daarvan nog een deel voorwaardelijk opgelegd moet worden met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht. Verdachte ontkent immers stellig en hij heeft aangegeven niet mee te willen werken aan enige vorm van behandeling door de reclassering. Het opleggen van reclasseringstoezicht is volgens de verdediging derhalve overbodig.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting via de internetsite marktplaats.nl. Verdachte bood onder verschillende namen gewilde concertkaartjes, hartslagmeters en fietsonderdelen aan. Na een bedrag te zijn overeengekomen met de koper van een goed, waarvoor verdachte - of in een enkel geval de koper - een advertentie had geplaatst, liet verdachte het geld overmaken op één van zijn rekeningen. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van twaalf bankrekeningen. Soms boekte hij de door de kopers gestorte bedragen door naar een andere bankrekening van hem zelf. Het gekochte goed werd nimmer geleverd en de aanbieder werd (na verloop van tijd) voor de kopers onbereikbaar. In een aantal gevallen werd na de betaling nog gecorrespondeerd over het uitblijven van de levering van het gekochte. Daarbij werden door de verdachte diverse redenen voorgewend waardoor de levering (nog) niet mogelijk was.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zevenendertig personen heeft opgelicht. Deze personen hebben via marktplaats.nl bij verdachte goederen besteld. Via een website als marktplaats.nl kan door particulieren op een informele en efficiënte manier worden gehandeld in allerlei soorten goederen. Deze handel is vooral mogelijk door het vertrouwen dat wordt gesteld in degene met wie wordt gehandeld. Verdachte heeft dit vertrouwen ernstig geschaad door keer op keer met leugens mensen geld af te troggelen.
Door de handelwijze van verdachte zijn meerdere slachtoffers financieel gedupeerd. Verdachte heeft op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen van de slachtoffers in de handel in internet. Onderhavige feiten zorgen voor grote ergernis in de samenleving nu marktplaats.nl bij uitstek het medium is waar miljoenen burgers op goed vertrouwen spullen kopen en verkopen. Verdachte heeft zich hier weinig gelegen aan laten liggen en slechts zijn eigen gewin vooropgesteld.
Voorts houdt de rechtbank rekening met de rapportage van de reclassering d.d. 29 maart 2010, waarin wordt geadviseerd aan verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met daarnaast reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde (meldingsgebod en behandelverplichting).
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank reden om ten nadele van verdachte af te wijken van de eis van de officier van justitie. Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en met oplegging van een proeftijd van 2 jaren passend. De rechtbank zal als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht opleggen, met daarbij de bepaling dat verdachte zich gedurende de proeftijd dient te houden aan de aanwijzingen en richtlijnen van de reclassering, ook indien deze een ambulante behandeling bij FPK ‘De Horst’ of bij Mondriaan Zorggroep inhouden.
6. De benadeelde partijen
In totaal hebben 26 benadeelde partijen een (materiële) schadevergoeding gevorderd ter zake van het ten laste gelegde feit, te weten:
- -
[benadeelde partij 2] vordert een schadevergoeding van € 176,45, waarvan € 131,75 ter zake nooit ontvangen concertkaarten, € 20,00 voor twee niet gewerkte uren in verband met het doen van aangifte, alsmede € 24,70 in verband met gemaakte rijkosten om de terechtzitting te kunnen bijwonen;
- -
[benadeelde partij 4] vordert een schadevergoeding van € 161,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 5] vordert een schadevergoeding van € 117,00, waarvan € 110,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten en € 7,00 in verband met reiskosten om aangifte te kunnen doen;
- -
[benadeelde partij 6] vordert een schadevergoeding van € 150,00 ter zake een niet ontvangen Polar hartslagmeter;
- -
[benadeelde partij 7] vordert een schadevergoeding van € 116,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 8] vordert een schadevergoeding van € 240,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 10] vordert een schadevergoeding van € 130,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 12] vordert een schadevergoeding van € 116,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten (inclusief verzendkosten);
- -
[benadeelde partij 13] vordert een schadevergoeding van € 131,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 14] vordert een schadevergoeding van € 206,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten (inclusief verzendkosten). Ter terechtzitting heeft zij haar vordering met een bedrag van € 50,00 verhoogd in verband met door haar gemaakte reiskosten om bij de zitting aanwezig te kunnen zijn. De totale vordering bedraagt derhalve € 256,75;
- -
[benadeelde partij 15] vordert een schadevergoeding van € 111,76 ter zake ‘overschrijving bedrag’;
- -
[benadeelde partij 17] vordert een schadevergoeding van € 117,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 18] vordert een schadevergoeding van € 76,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten (inclusief verzendkosten);
- -
[benadeelde partij 19] vordert een schadevergoeding van € 100,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 20] vordert een schadevergoeding van € 106,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 21] vordert een schadevergoeding van € 65,00, waarvan € 50,00 ter zake oplichting en €15,00 voor gemaakte vervoerskosten in verband met het doen van aangifte. Voorts heeft de benadeelde partij een vergoeding voor geleden immateriële schade gevorderd, de hoogte nader te bepalen door de rechtbank;
- -
[benadeelde partij 22] vordert een schadevergoeding van € 224,95, waarvan € 190,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten en € 6,75 aan verzendkosten, alsmede € 28,20 ter zake reiskosten Hoorn - Maastricht;
- -
[benadeelde partij 23] vordert een schadevergoeding van € 646,75, waarvan € 96,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten, € 500,00 ter zake gemiste inkomsten (van haar partner die een transportbedrijf had), alsmede € 50,00 voor een vakantiedag van de benadeelde partij van 9,5 uur. De benadeelde partij en haar partner hadden vrijgenomen van werk om naar het concert te kunnen gaan;
- -
[benadeelde partij 24] vordert een schadevergoeding van € 96,75 ter zake een niet ontvangen bedieningshandel voor de racefiets (een zogenaamde shifter);
- -
[benadeelde partij 25] vordert een schadevergoeding van € 90,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 28] vordert een schadevergoeding van € 81,75 ter zake niet geleverde ‘[merknaam]’;
- -
[benadeelde partij 29] vordert een schadevergoeding van € 80,00 ter zake niet geleverde hartslagmeter;
- -
[benadeelde partij 32] vordert een schadevergoeding van € 116,75 ter zake een niet geleverde hartslagmeter;
- -
[benadeelde partij 33] vordert een schadevergoeding van € 106,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 34] vordert een schadevergoeding van € 112,00 ter zake niet ontvangen concertkaarten;
- -
[benadeelde partij 38] vordert een schadevergoeding van € 106,75 ter zake niet ontvangen concertkaarten.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat alle benadeelde partijen - met uitzondering van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 8], [benadeelde partij 21] en [benadeelde partij 23] - hun vorderingen voldoende hebben onderbouwd. Deze vorderingen dienen volgens de officier van justitie te worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] is de officier van justitie van mening dat een bedrag van € 131,75 aan niet ontvangen concertkaarten en een bedrag van € 24,70 aan reiskosten toewijsbaar zijn. Voor het overige dient de benadeelde partij volgens de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Met betrekking tot de benadeelde partij [benadeelde partij 8] komt een bedrag van € 223,00 (bestaande uit € 106,25 en € 116,75) ter zake niet ontvangen concertkaarten voor toewijzing in aanmerking. Voor het meerdere moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
Met betrekking tot de benadeelde partij [benadeelde partij 21] is het gevorderde bedrag van € 50,00 volgens de officier van justitie toewijsbaar. Voor zover de benadeelde partij heeft bedoeld om daarnaast nog een bedrag van € 15,00 te vorderen ter zake geleden immateriële schade, acht de officier van justitie de benadeelde partij op dit punt niet-ontvankelijk.
Tot slot kan ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 23] een bedrag van € 96,75 ter zake niet geleverde concertkaartjes worden toegewezen. Voor het overige is de vordering volgens de officier van justitie onvoldoende onderbouwd, zodat de benadeelde partij hiervoor niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat alle vorderingen afgewezen moeten worden, nu verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. Indien de rechtbank het ten laste gelegde toch bewezen mocht achten, is de verdediging van mening dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 21] niet voor toewijzing vatbaar is, nu het formulier niet is ondertekend. Voorts is ook de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 23], voor zover die ziet op de gemiste inkomsten en de verlofdag, niet voor toewijzing vatbaar.
Oordeel van de rechtbank
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde primaire feit rechtstreeks materiële schade schade aan alle bovengenoemde benadeelde partijen - met uitzondering van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 8], [benadeelde partij 21] en [benadeelde partij 23] - is toegebracht. Deze vorderingen van de benadeelde partijen zijn voldoende onderbouwd en alleszins redelijk. De rechtbank zal deze vorderingen dan ook geheel toewijzen.
Ten aanzien van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 8], [benadeelde partij 21] en [benadeelde partij 23] overweegt de rechtbank als volgt.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde primaire feit rechtstreeks materiële schade tot een bedrag van € 156,45 (€ 131,75 aan niet ontvangen concertkaarten en een bedrag van € 24,70 aan reiskosten) is toegebracht aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2]. Dit deel van de vordering is voldoende onderbouwd en alleszins redelijk. De rechtbank zal de vordering op dit punt dan ook toewijzen. Voor het overige acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering daarom voor dat deel afwijzen.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde primaire feit rechtstreeks materiële schade tot een bedrag van € 223,00 (€ 116,75 en € 106,25 aan niet ontvangen concertkaarten) is toegebracht aan de benadeelde partij [benadeelde partij 8]. Dit deel van de vordering is voldoende onderbouwd en alleszins redelijk. De rechtbank zal de vordering op dit punt dan ook toewijzen. Voor het overige heeft de benadeelde partij het gevorderde bedrag niet onderbouwd, zodat de rechtbank de vordering voor het overige zal afwijzen.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde primaire feit rechtstreeks materiële schade tot een bedrag van € 65,00 (€ 50,00 aan niet ontvangen concertkaarten en € 15,00 aan vervoerskosten in verband met het doen van aangifte) is toegebracht aan de benadeelde partij [benadeelde partij 21]. Dit deel van de vordering is voldoende onderbouwd en alleszins redelijk. De rechtbank zal de vordering op dit punt dan ook toewijzen. Voor zover de benadeelde partij heeft bedoeld een bedrag aan immateriële schade te vorderen, zal de rechtbank de vordering op dat punt afwijzen, nu deze schade de rechtbank niet aannemelijk is geworden. Ten aanzien van het standpunt van de verdediging dat de vordering van de benadeelde partij - vanwege het ontbreken van een ondertekend formulier -niet kan worden toegewezen, overweegt de rechtbank dat de enkele ‘niet-ondertekening’ van het formulier nog niet betekent dat [benadeelde partij 21] niet in haar vordering kan worden ontvangen. Het voert naar het oordeel van de rechtbank te ver om om die reden het gevorderde bedrag niet toe te kennen.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde primaire feit rechtstreeks materiële schade tot een bedrag van € 96,75 (aan niet ontvangen concertkaarten) is toegebracht aan de benadeelde partij [benadeelde partij 23]. Dit deel van de vordering is voldoende onderbouwd en alleszins redelijk. De rechtbank zal de vordering op dit punt dan ook toewijzen. Voor het overige heeft de benadeelde partij het gevorderde bedrag onvoldoende onderbouwd, zodat de rechtbank de vordering voor het overige zal afwijzen.
Nu de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde strafbare feit zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht jegens de slachtoffers, zijnde de hiervoor genoemde 26 benadeelde partijen, aansprakelijk is voor de schade die door dat strafbare feit is toegebracht, heeft de rechtbank tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel besloten ter zake van alle 26 benadeelde partijen.
7. De wettelijke voorschriften
8. De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- -
verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
- -
spreekt verdachte vrij van hetgeen meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- -
verklaart dat het bewezen verklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- -
verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk;
- -
bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit of omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- -
stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering (meldingsplicht), ook indien deze een ambulante behandeling door FPK De Horst of Mondriaan Zorggroep Heerlen (poli FPA te Sittard) of een andere soortgelijke instelling, inhouden;
- -
draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- -
bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2], tot betaling van een bedrag van € 156,45 (honderdzesenvijftig euro en vijfenveertig eurocent);
- -
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 4], tot betaling van een bedrag van € 161,75 (honderdeenenzestig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 4] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 4] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 5], tot betaling van een bedrag van € 117,00 (honderdzeventien euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 5] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 5] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 6], tot betaling van een bedrag van € 150,00 (honderdvijftig euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 6] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 6] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 7], tot betaling van een bedrag van € 116,75 (honderdzestien euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 7] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 7] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 7] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 8], tot betaling van een bedrag van € 223,00 (tweehonderddrieëntwintig euro);
- -
wijst het overige gedeelte van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 8] af;
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 8] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 4 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 8] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 10], tot betaling van een bedrag van € 130,00 (honderddertig euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 10] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 10] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 10] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 12], tot betaling van een bedrag van € 116,75 (honderdzestien euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 12] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 12] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 12] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 13], tot betaling van een bedrag van € 131,75 (honderdeenendertig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 13] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 13] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 13] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 14], tot betaling van een bedrag van € 256,75 (tweehonderdzesenvijftig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 14] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 14] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 14] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 15], tot betaling van een bedrag van € 111,76 (honderdelf euro en zesenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij Van [benadeelde partij 15] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Van [benadeelde partij 15] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij Van [benadeelde partij 15] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 17], tot betaling van een bedrag van € 117,00 (honderdzeventien euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 17] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 17] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 17] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 18], tot betaling van een bedrag van € 76,75 (zesenzeventig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 18]tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 18]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 18]vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 19], tot betaling van een bedrag van € 100,00 (honderd euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 19] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 19] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 19] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 20], tot betaling van een bedrag van € 106,75 (honderdzes euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 20] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 20] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 20] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 21], tot betaling van een bedrag van € 65,00 (vijfenzestig euro);
- -
wijst het overige gedeelte van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 21] af;
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 21] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 21] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 21] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 22], tot betaling van een bedrag van € 224,95 (tweehonderdvierentwintig euro en vijfennegentig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 22] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 22] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 4 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 22] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 23], tot betaling van een bedrag van € 96,75 (zesennegentig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
wijst het overige gedeelte van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 23] af;
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 23] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 23] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 23] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 24], tot betaling van een bedrag van € 96,75 (zesennegentig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 24] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 24] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 24] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 25], tot betaling van een bedrag van € 90,00 (negentig euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 25]tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 25]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 25]vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 28], tot betaling van een bedrag van € 81,75 (éénentachtig euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 28] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 28] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 28] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 29], tot betaling van een bedrag van € 80,00 (tachtig euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 29] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 29] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 29] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 32], tot betaling van een bedrag van € 116,75 (honderdzestien euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 32] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 32] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 32] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 33], tot betaling van een bedrag van
€ 106,75 (honderdzes euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 33] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 33] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 33] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 34], tot betaling van een bedrag van € 112,00 (honderdtwaalf euro);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 34] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 34] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 34] vervalt en omgekeerd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 38], tot betaling van een bedrag van
€ 106,75 (honderdzes euro en vijfenzeventig eurocent);
- -
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij[benadeelde partij 38] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 38] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 38] vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B.A. Ferwerda, voorzitter, mr. A.J. Hazen en
mr. M.J.M. Goessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Schmeets, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 mei 2011.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2009 tot en met 22 februari 2010 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen en/of te Anna Paulowna en/of te Nederweert en/of te Landgraaf en/of te Katwijk (Zh) en/of te Mechelen en/of te Vlissingen en/of te Den Hoorn en/of te Nuenen en/of te Borger en/of te Castricum en/of te Arnhem en/of te Maassluis en/of te Heiloo en/of te Zevenbergen en/of te Almere en/of te Hoorn (Nh) en/of te Zeist en/of te Veghel en/of te Gemert en/of te Noordwijk (Zh) en/of te Sint Philipsland en/of te Hoorn (Nh) en/of te Damwoude en/of te Veldhoven en/of te Zaltbommel
en/of te Heerhugowaard en/of te Utrecht en/of te Wierden en/of te Veenendaal en/of te Best en/of te Bussum en/of te Heerenveen en/of te Oud-Vossemeer en/of te Houten en/of te Eindhoven en/of te Zwolle en/of te Dinxperlo en/of te Volendam, althans in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partijen 1 t/m 38] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich op de internetsite Marktplaats.nl heeft voorgedaan als bonafide verkoper van concertkaarten en/of hartslagmeters en/of (race)fietsonderdelen, in elk geval van een of meer goed(eren) en/of waarbij hij, verdachte, zich heeft voorgedaan als [aliasnamen 1 t/m 28, in elk geval als een ander dan zichzelf en/of waarbij hij, verdachte (telkens) met die kopers heeft afgesproken dat ze de koopsom moesten overmaken naar een door hem, verdachte, opgegeven en aan hem, verdachte, toebehorend rekeningnummer, waarna hij, verdachte, de goederen naar de kopers zou verzenden, waardoor voornoemde
[benadeelde partijen 1 t/m 38] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.