Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1059 betreffende specifieke bepalingen voor de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ (Interreg) ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en door externe financieringsinstrumenten
Artikel 38 Algemene bepalingen inzake de subsidiabiliteit van de kostencategorieën
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1059)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1059)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
De deelnemende lidstaten en, indien van toepassing, derde landen, partnerlanden en LGO's kunnen in het monitoringcomité van een Interreg-programma overeenkomen dat uitgaven die onder een of meer van de in de artikelen 39 tot en met 44 bedoelde categorieën vallen, niet subsidiabel zijn in het kader van een of meer prioriteiten van een Interreg-programma.
2.
Alle uitgaven die overeenkomstig deze verordening subsidiabel zijn, dienen betrekking te hebben op de kosten van het opzetten of het opzetten en uitvoeren van een concrete actie of een deel van een concrete actie.
3.
De volgende kosten zijn niet subsidiabel:
- a)
boetes, financiële sancties, gerechtskosten en kosten van geschillen;
- b)
kosten van geschenken, of
- c)
kosten in verband met schommelingen van wisselkoersen.
4.
Indien het in artikel 56, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 bepaalde vaste percentage wordt gebruikt voor de berekening van andere subsidiabele kosten dan directe personeelskosten van een concrete actie, wordt dat percentage niet toegepast op directe personeelskosten die op basis van een vast percentage als bedoeld in artikel 39, lid 3, punt c), van deze verordening berekend worden.
5.
In afwijking van artikel 76, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2021/1060, worden uitgaven in een andere valuta dan de euro door elke begunstigde uit een land dat de euro niet als munt heeft, in euro's omgerekend aan de hand van de maandelijkse boekhoudkundige wisselkoers van de Commissie in de maand waarin deze uitgaven ter verificatie zijn ingediend.