JWB 2011/418
Procesrecht; niet-ontvankelijkheid; toestemming Rechtbank tot tussentijds appel; geen toestemming tot tussentijds cassatieberoep.
HR 09-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2306
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 september 2011
- Zaaknummer
10/05412
- LJN
BQ2306
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2306, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2306, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑12‑2010
- Wetingang
Art. 426 lid 4 Rv; art. 401a lid 2 Rv
Essentie
Procesrecht; niet-ontvankelijkheid; toestemming Rechtbank tot tussentijds appel; geen toestemming tot tussentijds cassatieberoep.
Samenvatting
Casus
Partijen zijn met elkaar gehuwd. Tussen partijen zijn twee afzonderlijke procedures aanhangig. De ene procedure gaat over het verzoek tot een echtscheiding en de daarmee samenhangende verzoeken, en de andere betreft de verdeling van de beperkte huwelijksgoederengemeenschap.
Op 17 november 2009 doet de Rechtbank uitspraak in één beschikking. Daarbij is bepaald dat de man partneralimentatie moet betalen aan de vrouw. Aangaande de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap heeft de Rechtbank de beslissing aangehouden. Daarbij heeft de Rechtbank onder andere beslist dat de aan de man ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.