NJB 2016/1718:Is de veroordeelde in zijn belangen geschaad door onnodig lang tijdsverloop tussen zijn veroordeling en het bevel tot afname van zijn celmateriaal ingevolge de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden? Ook bij zodanig tijdsverloop staan de relevante wettelijke regeling en in het bijzonder art. 2 lid 1 van de Wet niet eraan in de weg dat van de veroordeelde celmateriaal wordt afgenomen en het DNA-profiel van de veroordeelde wordt bepaald en verwerkt. In verband met de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde is van belang dat het bevel tot afname van celmateriaal door de officier van justitie zo spoedig mogelijk na de veroordeling wordt gegeven. In gevallen dat daaraan niet wordt voldaan, kan evenwel niet worden gezegd dat de veroordeelde daardoor in enig door vermelde Wet beschermd belang is geschaad