Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/7.4.6
7.4.6 Enkele aandachtspunten bij de individuele toets
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS588686:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Bij de berekening van de niet-aftrekbare rente ex art. 10d, lid 1 geldt evenwel geen saldering van verschuldigde en ontvangen rente.
Dit behoudens de situatie dat sprake is van hedging, vergelijk HR 23 januari 2004, BNB 2004/ 214. Zie in dit verband Snijders, J.H.P.W.; Salderen, salderen en nog eens salderen, Jaarwinst-bepaling direct realiseerbare financiële activa en passiva, WFR 2004/1735 en Van der Linden, E.M.A. & Schmitz, J.M.A.; Terug naar het afzonderlijke winststelsel: een reactie op het artikel van J.H.P.W. Snijders, WFR 2005/860.
In de voorgaande paragrafen is ingegaan op de werking van de individuele toets voor toepassing van art. 10d. In deze paragraaf besteed ik tot slot aandacht aan een tweetal opvallende zaken.
Balansverlenging
In art. 10d, lid 3 wordt het bedrag aan niet-aftrekbare rente gemaximeerd tot het saldo van de rente verschuldigd aan verbonden lichamen en verkregen van verbonden lichamen. Daarom lijkt het aantrekken van additioneel vreemd vermogen van derden op het eerste gezicht risicoloos. Dit is evenwel niet altijd het geval. Balansverlening kan onder omstandigheden namelijk leiden tot een verhoging van de niet-aftrekbare rente. Hierbij is het overigens relevant met welk doel de lening wordt aangegaan. Indien de lening namelijk wordt opgenomen om met deze ontvangen gelden vervolgens zelf een lening te verstrekken, brengt balansverlenging geen risico mee, vanwege de in lid 4 voorgeschreven saldering.1 Indien de verkregen gelden worden aangewend voor de aanschaf van een actief in plaats van de verstrekking van een lening, loopt de belastingplichtige evenwel (mogelijk) in het mes van art. 10d.
Valutawijzigingen
Een ander punt van aandacht vormt de valuta waarin leningen zijn opgenomen of uitgegeven. Valutawijzigingen kunnen namelijk van invloed zijn op het antwoord op de vraag of de renteaftrekbeperking van art. 10d van toepassing is. Indien de belastingplichtige een schuld is aangegaan in een vreemde valuta, dan leidt – afgezien van toepasselijkheid van art. 7, lid 5 – een waardestijging van die valuta ten opzichte van de euro tot een hogere schuld in euro op balansdatum.2 Dit kan leiden tot een (verhoging van het) teveel aan vreemd vermogen.
Onder voorwaarden kan een lagere waarde van de vreemde valuta ten opzichte van de euro tevens leiden tot een (verhoging van het) teveel aan vreemd vermogen.
Naast de stijging van het teveel aan vreemd vermogen heeft de valutawijziging tevens gevolgen voor de hoogte van het eigen vermogen. De waardestijging van een schuld respectievelijk de waardedaling van een vordering hebben beiden immers een negatieve uitwerking op het eigen vermogen van de belastingplichtige.