NJB 2022/2801:Een opdrachtnemer heeft een verklaring ondertekend, waarin hij bekent 30 bitcoins en 30 bitcoins cash te hebben gestolen van zijn opdrachtgever. Hoge Raad: 1. Akte. Dwingende bewijskracht. Voldoening van een geldsom. De uitzondering van art. 158 lid 1 Rv (geen dwingende bewijskracht) geldt in een geval als het onderhavige slechts voor het gedeelte van de verklaring waarin een verbintenis tot voldoening van een geldsom is aangegaan of vastgelegd, terwijl aan de overige inhoud van de desbetreffende akte dwingende bewijskracht toekomt. 2. Betwisting. Aanbod (tegen)bewijs. In de overwegingen van het hof ligt besloten dat, naar het oordeel van het hof, gedaagde de stellingen van eiser onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof hoefde gedaagde dan ook geen gelegenheid te geven voor het leveren van tegenbewijs. Gedaagde heeft daarom geen belang bij zijn klacht tegen de overweging van het hof dat hij geen bewijsaanbod heeft gedaan