Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/1.7.2:1.7.2 Opzet van dit boek
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/1.7.2
1.7.2 Opzet van dit boek
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS446240:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De opzet van het boek vloeit voort uit de vraagstelling en de sporen van mijn doelen en wensen. In hoofdstuk 2 ga ik eerst in op de rechtsverhouding tussen partijen en de rechter en daarna op het belang van waarheidsvinding in de civiele procedure, twee belangrijke referentiepunten bij de verkrijging en het gebruik van een deskundigenadvies. In hoofdstuk 3 introduceer ik de positie van de deskundige in de rechtsverhouding tussen partijen en de rechter. Voor een goed begrip van het huidige recht schets ik in hoofdstuk 3 ook de historische ontwikkeling van deskundigenbewijs in het civiele recht. In de hoofdstukken 4 tot en met 7 ga ik thematisch in op aspecten van de vraagstelling. In hoofdstuk 4 staat de keuze om een deskundigenadvies in te winnen centraal. Hoofdstuk 5 gaat over twee aspecten van de persoon van de deskundige, namelijk diens verplichting om de opdracht `onpartijdig' en 'naar beste weten' te vervullen. Het feitenonderzoek van de deskundige is onderwerp van hoofdstuk 6. Het gebruik van een deskundigenadvies in de beslissing van de rechter komt in hoofdstuk 7 aan de orde. Tot slot worden in hoofdstuk 8 de antwoorden op onderdelen van de vraagstelling verzameld en in onderlinge samenhang beschouwd.