Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 543/2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2008
- Bronpublicatie:
16-06-2008, PbEU 2008, L 157 (uitgifte: 17-06-2008, regelingnummer: 543/2008)
- Inwerkingtreding
07-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2008, PbEU 2008, L 157 (uitgifte: 17-06-2008, regelingnummer: 543/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ten aanzien van de in artikel 121, onder e), ii), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten gelden de volgende definities:
- 1.Pluimveekarkassen
- a)HANEN EN KIPPEN (Gallus domesticus)
- —
kuikens, braadkuikens, kippen, braadkippen: dieren waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend),
- —
hanen en hennen, soep- of stoofkippen: dieren waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend),
- —
kapoenen: mannelijke kippen die langs chirurgische weg zijn gecastreerd voordat zij geslachtsrijp zijn geworden en die zijn geslacht wanneer zij ten minste 140 dagen oud zijn; na de castratie moeten de kapoenen gedurende ten minste 77 dagen zijn vetgemest,
- —
piepkuikens: kuikens van minder dan 650 gram (gewicht zonder slachtafvallen, kop of poten). Kuikens van 650 tot 750 gram mogen ‘piepkuikens’ worden genoemd indien zij bij het slachten niet ouder zijn dan 28 dagen. Voor de controle op de leeftijd bij het slachten mogen de lidstaten artikel 12 toepassen,
- —
Jonge hanen: mannelijke kippen van legrassen waarbij de punt van het borstbeen hard is, doch niet volledig verbeend is en die geslacht worden wanneer zij minstens 90 dagen oud zijn;
- b)KALKOENEN (Méleagris gallopavo dom.)
- —
(jonge) kalkoenen: kalkoenen waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend),
- —
kalkoenen: kalkoenen waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend);
- c)EENDEN (Anas platyrhynchos dom., cairina muschata), ‘Mulard’-eenden (cairina muschata x Anas platyrhynchos)
- —
(jonge) eenden, (jonge) Barbarijse eenden, (jonge) ‘Mulard’-eenden: eenden waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend),
- —
eenden, Barbarijse eenden, ‘Mulard’-eenden: eenden waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend);
- d)GANZEN (Anser anser dom.)
- —
(jonge) ganzen: ganzen waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend). De vetlaag rond het karkas is dun tot matig: het vet van jonge ganzen kan een kleur hebben die op een speciale voeding wijst,
- —
ganzen: ganzen waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend); de vetlaag rond het karkas is matig tot dik;
- e)PARELHOENDERS (Numida mekagris domesticus)
- —
(Jonge) parelhoenders: parelhoenders waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend),
- —
Parelhoenders: parelhoenders waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend).
Voor de toepassing van deze verordening worden op het geslacht gebaseerde varianten van de onder a) tot en met e) gebruikte benamingen als gelijkwaardig beschouwd.
- 2.Delen van pluimvee
- a)
helft: helft van het karkas, verkregen door een overlangse doorsnede door het borstbeen en de ruggengraat;
- b)
kwart: achterkwart of voorkwart, verkregen door een helft door middel van een dwarse doorsnede in twee stukken te verdelen;
- c)
niet-gescheiden achterkwarten: beide achterkwarten die met elkaar zijn verbonden door een deel van de rug, met of zonder de staart;
- d)
borst: het borstbeen en de ribben, of een deel daarvan, aan weerszijden daarvan, met de daaraan gehechte spiermassa. De borst kan in haar geheel of in helften worden aangeboden;
- e)
hele poot/hele dij: het dijbeen, het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;
- f)
poot/dij met rugdeel (bout): het gewicht van het rugdeel mag niet meer bedragen dan 25 % van het gewicht van het hele deel;
- g)
bovenpoot/bovendij: het dijbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;
- h)
onderpoot/onderdij (drumstick): het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;
- i)
vleugel: het opperarmbeen, de ellepijp en het spaakbeen met de daaraan gehechte spiermassa. Bij vleugels van kalkoenen mogen het opperarmbeen en de ellepijp/het spaakbeen met de daaraan gehechte spiermassa afzonderlijk worden aangeboden. De vleugelspits, met inbegrip van de beentjes van de carpus, kan al dan niet verwijderd zijn. De sneden worden gemaakt in de gewrichten;
- j)
niet-gescheiden vleugels: beide vleugels die met elkaar zijn verbonden door een deel van de rug, waarbij het gewicht van dit rugdeel niet meer mag bedragen dan 45 % van het gewicht van het hele deel;
- k)
borstfilet: de hele borst of de helft daarvan, zonder been, d.w.z. zonder het borstbeen en de ribben. Borstfilet van kalkoen kan bestaan uit alleen de diepgelegen borstspier;
- l)
borstfilet met vorkbeen: de borstfilet zonder huid, met het vorkbeen en de kraakbeenpunt van het borstbeen, waarbij het gewicht van vorkbeen en kraakbeen niet meer mag bedragen dan 3 % van het gewicht van het hele deel;
- m)
magret: borstfilet van eenden en ganzen als bedoeld in punt 3, met inbegrip van de huid en het onderhuidse vet dat de borstspier bedekt, maar zonder de diepgelegen borstspier;
- n)
vlees van hele poten/hele dijen van kalkoenen, zonder been: dijen en/of onderpoten/onderdijen van kalkoenen, in hun geheel, in blokjes of in repen gesneden, zonder been, d.w.z. zonder dijbeen, scheenbeen en kuitbeen.
Voor de onder e), g) en h) genoemde producten wordt onder de bepaling ‘De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten’ verstaan dat de sneden worden gemaakt tussen de lijnen die, in de tekening in bijlage II, aangeven tot waar de gewrichten komen.
De onder d) tot en met k) genoemde producten mogen worden aangeboden met of zonder de huid. Het ontbreken van de huid bij de onder d) tot en met j) genoemde producten of de aanwezigheid van de huid bij het onder k) genoemde product moet worden vermeld in de etikettering als bedoeld in artikel 1, lid 3, punt a), van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad (1).
- 3.‘Foie gras’
De levers van ganzen of van eenden van de soort Cairina muschata of Cairina muschata x Anas platyrhynchos, die zo zijn gevoederd dat in de lever hypertrofie van de vetcellen optreedt.
De dieren waarbij dergelijke levers worden weggenomen, moeten volledig zijn uitgebloed. De levers moeten een uniforme kleur hebben.
De levers moeten aan de volgende gewichtsnormen voldoen:
- —
die van eenden moeten een nettogewicht van ten minste 300 gram hebben,
- —
die van ganzen moeten een nettogewicht van ten minste 400 gram hebben.
Voetnoten
PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.