Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/766
Geen bewijsuitsluiting wegens het ontbreken van de mogelijkheid van een contra-expertise (ECLI:NL:HR:2014:1451, NJ 2014/341).
HR 09-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1498
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/04811
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1498, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:832, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2015
Essentie
Geen bewijsuitsluiting wegens het ontbreken van de mogelijkheid van een contra-expertise (ECLI:NL:HR:2014:1451, NJ 2014/341).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 23 april 2013, nummer 20/000222-10, in de strafzaak tegen: [verdachte].
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage, zitting houdende te ‘s-Hertogenbosch, heeft verdachte bij arrest van 23 april 2013 integraal vrijgesproken van het hem onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde.2.
2.
Het beroep in cassatie is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, mr. R.L.H. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.