Wijzigingswet Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, enz. (vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht)
Artikel I
Geldend
Geldend vanaf 10-03-2017
- Redactionele toelichting
Op 01-09-2017 in werking getreden voor zover het betreft: vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van art. 254, 438, lid 2 t/m 5, 486, lid 1, 613, 642q en 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, art. 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, art. 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet, vorderingsprocedures bij de Hoge Raad. Op 01-03-2017 in werking getreden voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2017, 13 (uitgifte: 30-01-2017, kamerstukken: 34413)
- Inwerkingtreding
10-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2017, Stb. 2017, 81 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Bevat wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.