RvdW 2023/275
Art. 81 lid 1 RO. Pensioenrecht. Bedrijftakpensioenfonds Koopvaardij, art. 2 lid 1 Wet Bpf 2000, uitleg verplichtstellingsbesluiten, begrip ‘zeevarenden’. Negatieve verklaring voor recht, belang, art. 3:303 BW.
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:298
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/05138
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:298, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1041, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Pensioenrecht. Bedrijftakpensioenfonds Koopvaardij, art. 2 lid 1 Wet Bpf 2000, uitleg verplichtstellingsbesluiten, begrip ‘zeevarenden’. Negatieve verklaring voor recht, belang, art. 3:303 BW.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/05138
Datum 24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
STICHTING GREENPEACE COUNCIL,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Greenpeace,
advocaat: S.F. Sagel,
tegen
STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Bpf Koopvaardij,
advocaat: J.W.H. van Wijk.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
Vallen de zeevarenden op Greenpeace ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.