Einde inhoudsopgave
Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het nominale bedrag van de periodieke uitkeringen, waartoe het Rijk uit hoofde van of krachtens deze wet is gehouden, wordt betaalbaar gesteld:
- a.
in euro's over het tijdvak, dat de rechthebbende is gevestigd buiten het grondgebied van de Republiek Indonesië;
- b.
in Indonesisch courant over het tijdvak, dat de rechthebbende is gevestigd binnen het grondgebied van de Republiek Indonesië.
2.
De betaalbaarstelling van duurtetoeslagen en kindertoelagen, welke op de in het vorige lid bedoelde uitkeringen zijn toegekend, geschiedt in dezelfde munteenheid als waarin die uitkeringen betaalbaar worden gesteld.
3.
Het nominale bedrag van de krachtens een kortverband verschuldigde kortverbandtoelage en bonus, waartoe het Rijk uit hoofde van of krachtens deze wet is gehouden, wordt uitbetaald:
hetzij in Indonesisch courant,
hetzij, indien de rechthebbende zich binnen een jaar na beëindiging van het kortverband heeft gevestigd buiten het grondgebied van de Republiek Indonesië, in euro's.
4.
Terugbetaling van overtochts- en vervoerskosten, waartoe het Rijk uit hoofde van of krachtens deze wet is gehouden, vindt plaats in Nederland tot de tegenwaarde in euro's.
5.
Indien betrokkene buiten Nederland en buiten het grondgebied van de Republiek Indonesië is gevestigd, geschiedt de bij dit artikel bedoelde betaalbaarstelling dan wel uitbetaling aan een door hem daartoe aan te wijzen gemachtigde in Nederland.
6.
In bijzondere gevallen kan van het bepaalde in dit artikel door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ten gunste van belanghebbende worden afgeweken.