4.6.1.2 Vastlegging voorwaarden voor vermogensovergang

De valutaverbintenis, dus de obligatoire rechtsverhouding tussen solvent en accipiënt waaruit de betalingsverplichting voortvloeit, kan in de praktijk zeer divers van aard zijn. Het zal daarom lastig blijken daar positief geformuleerde voorschriften voor te vinden. Wèl is van belang dat de partijen bij deze valutaverbintenis kunnen bepalen welke voorwaarden dienen te zijn vervuld alvorens er een onmiddellijke vermogensovergang plaatsvindt van het geld op de kwaliteitsrekening. In beginsel kan deze vermogensovergang naar mijn mening van iedere willekeurige gebeurtenis afhankelijk worden gesteld, echter met uitzondering van het faillissement van de solvent of de accipiënt. Dat zou er immers op neerkomen dat een schuldeiser automatisch wordt voldaan door het in staat van faillissement geraken van zijn schuldenaar. Dat lijkt mij een ongerechtvaardigde inbreuk op het beginsel van artikel 3:277 BW, de paritas creditorum, en het gesloten stelsel van zekerheidsrechten.1