Revindicatoire aanspraken op giraal geld
Einde inhoudsopgave
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/4.6.1.3:4.6.1.3 Hoedanigheid en vestigingsplaats van partijen
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/4.6.1.3
4.6.1.3 Hoedanigheid en vestigingsplaats van partijen
Documentgegevens:
B. Bierens, datum 23-03-2009
- Datum
23-03-2009
- Auteur
B. Bierens
- JCDI
JCDI:ADS591115:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Verder nog een opmerking over de hoedanigheid van de betrokken partijen. Hoewel ik mij kritisch heb getoond ten aanzien van het exclusief voorbehouden van kwaliteitsrekeningen aan specifiek gereguleerde beroepsgroepen onder de huidige stand van de jurisprudentie, neemt dat niet weg dat een gereguleerde status uiteraard wel een van de af te wegen factoren kan zijn bij de vraag of de persoon in kwestie een kwaliteitsrekening mag aanhouden. In het bijzonder is in dat geval van belang dat de gereguleerde status een vorm van bedrijfseconomisch en gedragstoezicht inhoudt. Een branchevereniging die nauwelijks of geen instrumenten heeft om prudente naleving van financiële gedragsregels af te dwingen, lijkt in dat opzicht niet toereikend. Mocht de wetgever, ten slotte, in het bijzonder vrezen voor misbruik van kwaliteitsrekeningen door de 'afscherming tegen verhaal voor vorderingen van de overheid terzake van belastingen en premies', dan zou bijvoorbeeld kunnen worden verlangd dat, voor zover fiscale voorschriften daarbij geen belemmering vormen, de tussenpersoon in Nederland belastingplichtig is.