Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.18.8 Rangschikkingscriteria
Geldend
Geldend van 29-09-2023 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
22-09-2023, Stcrt. 2023, 26068 (uitgifte: 28-09-2023, regelingnummer: WJZ/ 35036503)
- Inwerkingtreding
29-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2023, Stcrt. 2023, 26068 (uitgifte: 28-09-2023, regelingnummer: WJZ/ 35036503)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister kent aan een investeringsproject een hoger aantal punten toe naarmate:
- a.
de kosteneffectiviteit van het investeringsproject hoger is;
- b.
de verwachte benutting van de installatie groter is, gegeven het aantal mestleveringsovereenkomsten of intentieverklaringen waarin het aanvoerplan, bedoeld in artikel 2.18.10, vierde lid, onder b, voorziet, de gemiddelde looptijd van die overeenkomsten en de omvang van de overeengekomen mestaanvoer.
2.
De minister kent aan een investeringsproject dat zich bevindt op een locatie in een concentratiegebied, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder bb, van de Meststoffenwet 10 punten toe.
3.
De minister kent per onderdeel van het eerste lid ten minste één en ten hoogste tien punten toe.
4.
Voor de rangschikking wordt het aantal punten gegeven voor het eerste lid, onderdeel a, vermenigvuldigd met 70, en voor het eerste lid, onderdeel b, vermenigvuldigd met 25.
5.
Voor de rangschikking wordt het aantal punten gegeven voor het tweede lid, vermenigvuldigd met 5.
6.
De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het investeringsproject zijn toegekend.
7.
Indien onder het desbetreffende subsidieplafond aan twee of meer aanvragen voor een investeringsproject in totaal een gelijk aantal punten is toegekend, rangschikt de minister een aanvraag hoger naarmate meer punten zijn toegekend aan onderdeel a van het eerste lid.