NJ 2023/57
De regels geformuleerd in HR 20 april 2021, NJ 2021/173, m.nt. J.M. Reijntjes (post-Keskin) niet onverkort van toepassing in geval van verklaring of schriftelijk verslag van een deskundige.
HR 13-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1198, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/00958
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS687551:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1198, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:412, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑11‑2021
- Wetingang
Essentie
De regels die de Hoge Raad heeft geformuleerd in HR 20 april 2021, NJ 2021/173, m.nt. J.M. Reijntjes (post-Keskin) over de beoordeling van verzoeken tot het horen van getuigen die een belastende verklaring hebben afgelegd zijn niet onverkort van toepassing in het geval van een verklaring dan wel een schriftelijk verslag met een belastende strekking van een deskundige.
Samenvatting
De Hoge Raad gaat in op de vraag of de regels die de Hoge Raad heeft geformuleerd in HR 20 april 2021, NJ 2021/173, m.nt. J.M. Reijntjes (post-Keskin) ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.