Gst. 2018/128
Bij besluit van 5 november 2015 heeft het college [wederpartij] geweigerd als gemachtigde van [persoon].
ABRvS 09-05-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1585, m.nt. C.N. van der Sluis
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 mei 2018
- Magistraten
Mrs. J.A.W. Scholten-Hinloopen, E. Steendijk en mr. E.J. Daalder
- Zaaknummer
201703544/1/A3
- Noot
C.N. van der Sluis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929474:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1585, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑05‑2018
- Wetingang
(Art. 2:2 Awb)
Essentie
Bij besluit van 5 november 2015 heeft het college [wederpartij] geweigerd als gemachtigde van [persoon].
Samenvatting
De rechtbank heeft terecht, onder verwijzing naar de uitspraken van de Afdeling van 29 november 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AZ3244, en 12 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2709, vooropgesteld dat van de in artikel 2:2 lid 1 Awb gegeven bevoegdheid slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik mag worden gemaakt. Er moeten ernstige bezwaren aan de orde zijn. Blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling kunnen deze bezwaren van uiteenlopende aard zijn. Gedacht kan worden aan gevallen van evidente en ernstige ondeskundigheid. Ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.