Einde inhoudsopgave
Besluit fiscale eenheid 2003
Artikel 48b Deelnemingsverrekening van vóór het voegingstijdstip
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2007. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
19-12-2006, Stb. 2006, 685 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-02-2007, terugwerkend tot: 01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2006, Stb. 2006, 685 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
1.
Deelnemingsverrekening van een maatschappij die wordt overgebracht naar het jaar waarin de fiscale eenheid ten aanzien van die maatschappij tot stand komt, wordt in dat jaar in aanmerking genomen tot ten hoogste het volgens het tweede lid te bepalen bedrag.
2.
Het in het eerste lid bedoelde bedrag is het bedrag dat tot de volgens Hoofdstuk V van de wet berekende belasting van de fiscale eenheid in dezelfde verhouding staat als het bedrag van de gezamenlijke gebruteerde voordelen nadat het is verminderd met de bij de winstbepaling van het jaar in aftrek gekomen kosten ter zake van de laagbelaste beleggingsdeelnemingen, die zijn begrepen in, en ten hoogste tot het bedrag van, het aan die maatschappij toe te rekenen belastbare bedrag van de fiscale eenheid, staat tot het belastbare bedrag van de fiscale eenheid.
3.
Artikel 15ah van de wet en artikel 12 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt een laagbelaste beleggingsdeelneming die geheel of gedeeltelijk binnen de fiscale eenheid is overgedragen, toegerekend aan de maatschappij van wier vermogen die deelneming op het voegingstijdstip deel uitmaakte.
5.
Voor zover een in het eerste lid bedoeld bedrag aan deelnemingsverrekening op grond van dat lid in combinatie met het tweede lid, of op grond van artikel 23c, tweede lid, onderdeel b, of zesde lid, van de wet niet in aanmerking is genomen, wordt het in overeenstemming met artikel 23c, zevende lid, van de wet telkens overgebracht naar het volgende jaar en met inachtneming van dit artikel in aanmerking genomen.
6.
Voor zover deelnemingsverrekening in aanmerking wordt genomen die betrekking heeft op een periode gelegen vóór het voegingstijdstip van de maatschappij van wier vermogen de laagbelaste beleggingsdeelneming destijds deel uitmaakte, wordt dit bedrag geacht deelnemingsverrekening van vóór het voegingstijdstip van die maatschappij te zijn.