Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 49 [Voeding, kleding en schoeisel]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2001
- Bronpublicatie:
02-11-2000, Stb. 2000, 481 (uitgifte: 16-11-2000, kamerstukken: 26016)
- Inwerkingtreding
01-09-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-08-2001, Stb. 2001, 370 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
De directeur draagt zorg dat aan de jeugdige voeding, noodzakelijke kleding en schoeisel worden verstrekt dan wel dat hem voldoende geldmiddelen ter beschikking worden gesteld om hierin naar behoren te voorzien.
2.
De jeugdige heeft recht op het dragen van eigen kleding en schoeisel, tenzij die een gevaar kunnen opleveren voor de orde of de veiligheid in de inrichting. Hij kan worden verplicht tijdens het deelnemen aan activiteiten of sport aangepaste kleding of schoeisel te dragen. In de huisregels kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze van gebruik en onderhoud van kleding en schoeisel.
3.
De directeur draagt zorg dat bij de verstrekking van voeding zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de godsdienst of de levensovertuiging van de jeugdigen.
4.
De directeur draagt zorg dat de jeugdige in staat wordt gesteld zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen.
5.
In de huisregels worden regels gesteld omtrent de aankoop door jeugdigen van andere gebruiksartikelen dan die welke door de directeur ter beschikking worden gesteld.