Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 47 [Medische verzorging]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2020, Stb. 2020, 456 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
De jeugdige heeft recht op verzorging door een aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger.
2.
De jeugdige heeft recht op raadpleging, voor eigen rekening, van een arts van zijn keuze. De directeur stelt in overleg met de gekozen arts de plaats en het tijdstip van de raadpleging vast.
3.
De directeur draagt zorg dat een aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger:
- a.
regelmatig beschikbaar is voor het houden van een spreekuur;
- b.
op andere tijdstippen beschikbaar is, indien dit in het belang van de gezondheid van de jeugdige noodzakelijk is;
- c.
de jeugdigen die hiervoor in aanmerking komen onderzoekt op hun geschiktheid voor deelname aan sport of een andere activiteit.
4.
De directeur draagt zorg voor:
- a.
de verstrekking van de door de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger voorgeschreven medicijnen en diëten;
- b.
de behandeling van de jeugdige op aanwijzing van de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger;
- c.
de overbrenging van de jeugdige naar een ziekenhuis dan wel een andere instelling, indien de onder b bedoelde behandeling aldaar plaatsvindt.