Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/876
Verzekeringsrecht. Verhaalsrecht verzekeraar (art. 15 lid 1 WAM); goede trouw.
HR 08-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1164
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 september 2023
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/01646
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1164, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:90, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2022
- Wetingang
Art. 15 lid 1 WAM
Essentie
Verzekeringsrecht. Verhaalsrecht verzekeraar (art. 15 lid 1 WAM); goede trouw.
Samenvatting
Volgens art. 15 lid 1 WAM heeft de verzekeraar die ingevolge deze wet de schade van een benadeelde geheel of ten dele vergoedt, ofschoon de aansprakelijkheid voor die schade niet door een met hem gesloten verzekering was gedekt, voor het bedrag der schadevergoeding verhaal op de aansprakelijke persoon. Dit geldt niet ten aanzien van de aansprakelijke persoon, die niet is de verzekeringnemer, tenzij hij niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt. Bij beantwoording van de vraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.