Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/675
Art. 307 Sr. Dood door schuld bestaande in roekeloosheid toereikend gemotiveerd. 2. Benadeelde partijen. Art. 361 lid 3 Sv en art. 6:108 lid 2 BW.
HR 28-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:829
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma,V. van den Brink
- Zaaknummer
17/06043
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:829, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:307, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2016
- Wetingang
Art. 307 lid 2 Sr; art. 361 lid 3 Sv; art. 175 lid 2 sub a WVW 1994; art. 6:108 lid 2 BW
Essentie
Art. 307 Sr. Het hof heeft toereikend gemotiveerd dat sprake is van dood door schuld bestaande in roekeloosheid. 2. Benadeelde partijen. Juiste toepassing en uitleg van art. 361 lid 3 Sv met betrekking tot de post ‘gederfd levensonderhoud’. De gevorderde legeskosten en notariskosten zijn geen kosten van lijkbezorging als bedoeld in art. 6:108 lid 2 BW.
Samenvatting
1. De verdachte is met zijn motorboot over opvarenden van een andere boot heen gevaren, die als gevolg daarvan zijn overleden. Het hof heeft dood door schuld, strafbaar gesteld in art. 307 Sr, bewezenverklaard en in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.