Einde inhoudsopgave
Wet afbreking zwangerschap
Artikel 11 [Gegevensverstrekking door artsen omtrent behandelingen. Opgave aan Inspecteur]
Geldend
Geldend vanaf 06-11-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
02-10-2024, Stb. 2024, 291 (uitgifte: 18-10-2024, kamerstukken: 36357)
- Inwerkingtreding
06-11-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2024, Stb. 2024, 322 (uitgifte: 05-11-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Elke arts die behandelingen, gericht op afbreking van zwangerschap, verricht, doet ten minste eens per jaar aan de geneesheer-directeur van de inrichting de volgende gegevens toekomen:
- a.
het aantal behandelingen, gericht op afbreking van zwangerschap, dat hij in dat tijdsverloop heeft verricht, en de eventueel daarbij opgetreden bijzonderheden;
- b.
de duur van de zwangerschap, het aantal voorafgegane zwangerschappen en zwangerschapsafbrekingen, de leeftijd, de provincie — dan wel, voor zover het buiten Nederland woonachtige vrouwen betreft, het land — van woonplaats, de burgerlijke staat en het aantal kinderen van elk van de behandelde vrouwen;
- c.
de datum waarop hij met de vrouw haar voornemen heeft besproken, alsmede, indien de vrouw door een arts bij wie de vrouw onder regelmatige medische behandeling staat, dan wel die als medisch specialist of in de woonplaats van de vrouw als huisarts werkzaam is, verwezen is, en de medische hoedanigheid waarin hij de vrouw hulp heeft geboden, de vraag of, en zo ja in welke gevallen, overleg is gepleegd met andere deskundigen, en welke de aard van de deskundigheid van de geraadpleegde was, de datum van de ingreep, met dien verstande dat, indien het zich in artikel 3, derde lid, bedoelde geval heeft voorgedaan, tevens de bijzondere redenen daarvoor worden opgegeven, en de nazorg die na de afbreking van de zwangerschap aan de vrouw is verleend.
2.
De geneesheer-directeur van de inrichting ziet erop toe dat alle in de inrichting werkzame artsen hem de in het eerste lid bedoelde gegevens volledig en tijdig doen toekomen in zodanige vorm dat zij niet tot individuele patiënten herleidbaar zijn. Hij draagt er zorg voor, dat deze gegevens ten minste vijf jaar worden bewaard.
3.
De geneesheer-directeur doet eens per jaar aan de inspecteur opgave toekomen van de totalen, die aan de in de vorige leden bedoelde gegevens kunnen worden ontleend.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de tijdstippen en wijze waarop de in de vorige leden van dit artikel bedoelde gegevens moeten worden verstrekt. Bij deze opgaven wordt de anonimiteit van de behandelde vrouwen gewaarborgd.
5.
De verkregen gegevens mogen uitsluitend worden gebruikt:
- a.
voor statistische doeleinden en
- b.
ten behoeve van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde.
6.
De in het eerste lid bedoelde arts draagt er tevens zorg voor, dat vóór of zo spoedig mogelijk na de behandeling aantekening wordt gemaakt van de bevindingen die ertoe hebben geleid de behandeling te geven. Hij is verplicht deze aantekeningen gedurende ten minste vijf jaar te bewaren en de daarin vervatte gegevens, mits niet herleidbaar tot individuele patiënten, desverzocht ter beschikking te stellen van de inspecteur.