Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/944
Luchtvervoer. Compensatie voor passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Omvang. Vrijstelling van de verplichting tot compensatie. Begrip ‘buitengewone omstandigheden’. Aanwezigheid van benzine op een start- of landingsbaan van een luchthaven.
HvJ EU 26-02-2019, ECLI:EU:C:2019:535 (Moens)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
26 februari 2019
- Magistraten
M. Vilaras, K. Jürimäe, D. Šváby, S. Rodin, N. Piçarra
- Zaaknummer
C-159/18
- Conclusie
A-G E. Tanchev
- Roepnaam
Moens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:535, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 26‑02‑2019
ECLI:EU:C:2018:1040, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2018
- Wetingang
Art. 5 lid 3 Verordening (EG) 261/2004
Essentie
André Moens tegen Ryanair Ltd.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de justice de paix du troisième canton de Charleroi (vredegerecht van het derde kanton van Charleroi, België) bij beslissing van 31 januari 2018.
Luchtvervoer. Compensatie voor passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Omvang. Vrijstelling van de verplichting tot compensatie. Begrip ‘buitengewone omstandigheden’. Aanwezigheid van benzine op een start- of landingsbaan van een luchthaven.
1. Artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.