NJB 2015/876
Incidentele vordering. Toelichting. HR: Een incidentele vordering moet worden toegelicht bij het instellen daarvan
HR 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1140
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03973
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:493, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2015
ECLI:NL:HR:2015:1140, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑07‑2014
- Wetingang
(Rv art. 208 lid 1, 235, 415)
Essentie
Incidentele vordering. Toelichting. HR: Een incidentele vordering moet worden toegelicht bij het instellen daarvan
Partij(en)
De man, adv. mr. M.A.R. Schuckink Kool, vs. de vrouw, adv. mr. H.J.W. Alt.
Uitspraak
Procesverloop
Dit geding betreft de vermogensrechtelijke afwikkeling van de tussen partijen gesloten samenlevingsovereenkomst.
De rechtbank heeft hierover beslissingen gegeven. Het hof heeft, onder gedeeltelijke vernietiging van het vonnis van de rechtbank, de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap onder nader omschreven opschortende voorwaarden opnieuw vastgesteld en bepaald dat na verrekening nog een vordering van de vrouw op de man resteert van € 49 365. Voor het geval de voorwaarden niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.