Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 415 [Incidentele vorderingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 289 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34138)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2017, Stb. 2017, 16 (uitgifte: 31-01-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
1.
De vordering tot zekerheidstelling en alle andere incidentele vorderingen worden ingesteld bij conclusie.
2.
De verweerder in het incident dient tegelijk met de vorderingen als bedoeld in het eerste lid of op een nader door de Hoge Raad te bepalen datum zijn verweerschrift in het incident in, waarop door de Hoge Raad, na partijen, zo zij dit verlangen, en de procureur-generaal bij de Hoge Raad te hebben gehoord, afzonderlijk wordt beslist.