Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet verordening wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken
Artikel 6 [Oplegging dwangmiddel]
Geldend
Geldend vanaf 12-03-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, Stb. 2015, 105 (uitgifte: 11-03-2015, kamerstukken: 34021)
- Inwerkingtreding
12-03-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, Stb. 2015, 105 (uitgifte: 11-03-2015, kamerstukken: 34021)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag kan op verzoek van een beschermde persoon die in Nederland gebruik wil maken van de bescherming die een in de lidstaat van oorsprong gelaste beschermingsmaatregel biedt, een door de wet toegelaten dwangmiddel opleggen, dan wel de beschermde persoon machtiging verlenen de naleving van de beschermingsmaatregel te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm.
2.
De in het eerste lid bedoelde persoon legt bij het verzoek de gegevens, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de verordening over.