Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
4.2 Overlijdensuitkeringen uit een prepensioenregeling (artikel 38a tweede lid, Wet LB (oud))
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
In een aantal gevallen bevat een prepensioenregeling als bedoeld in artikel 38a Wet LB (oud) een recht op een overlijdensuitkering als de gerechtigde overlijdt vóór de einddatum van het prepensioen. Deze overlijdensuitkering dient dan voor een (verhoging van het) partnerpensioen (zie artikel 18a en 18b Wet LB, dan wel artikel 18b Wet LB (tekst 30 juni 2023)) of voor een (verhoging van het) wezenpensioen (zie artikel 18c Wet LB, dan wel artikel 18c Wet LB (tekst 30 juni 2023)).
Naar haar aard kan een regeling voor prepensioen echter geen overlijdensuitkering bevatten. Op grond van artikel 38a, tweede lid, Wet LB (oud), kan een prepensioenregeling uitsluitend een voorziening bevatten die gericht is op vervroegde uittreding. De uitkering aan de nabestaanden vormt dan ook geen uitzonderlijk geval van restbegunstiging (zie artikel 18, eerste lid, onderdeel a, Wet LB).
Met toepassing van artikel 63 AWR (hardheidsclausule) keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de hiervoor bedoelde mogelijkheid van een overlijdensuitkering in de prepensioenregeling is opgenomen.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende twee voorwaarden:
- 1.
De overlijdensuitkering dient tot vestiging of aanvulling van een partnerpensioen of wezenpensioen dat blijft binnen de reguliere grenzen van artikel 18a, artikel 18b of artikel 18c Wet LB, dan wel artikel 18b of artikel 18c Wet LB (tekst 30 juni 2023).
- 2.
De werkgever of de pensioenuitvoerder is als begunstigde aangewezen voor het meerdere dat uitgaat boven de genoemde grenzen.
De tweede voorwaarde voorkomt oververzekering. Oververzekering van partnerpensioen en wezenpensioen kan plaatsvinden als bij de opbouw van deze pensioenen zelf geen rekening is gehouden met deze mogelijke aanvulling uit de prepensioenregeling. Oververzekering leidt tot onzuiverheid van de pensioenregeling. De begunstiging van de werkgever of de pensioenuitvoerder voor het meerdere voorkomt in dat geval toepassing van artikel 19b Wet LB.