RAR 2015/62
Wettelijke rente. Is wettelijke rente over de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW toewijsbaar nadat bij eerdere uitspraak de verhoging zonder rente is toegewezen?
HR 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:304
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numan, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
14/00721
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920404:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:304, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2199, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2014
- Wetingang
Art. 7:625, 6:119 BW
Essentie
Wettelijke rente. Wettelijke verhoging. Loonvordering.
Is wettelijke rente over de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW toewijsbaar nadat bij eerdere uitspraak de verhoging zonder rente is toegewezen?
Samenvatting
In 2005 wordt Datawell veroordeeld tot betaling van achterstallig loon en een vergoeding voor niet genoten vakantiedagen, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging van 50% wegens vertraging. Datawell heeft de betalingen op basis van dit vonnis aan eiser verricht, waaronder de betaling van een bedrag van € 21.267,12 wegens wettelijke verhogingen. Vervolgens heeft eiser in maart 2009 aan Datawell verzocht over dit bedrag wettelijke rente te betalen. Datawell heeft niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.