Einde inhoudsopgave
Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 2:6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-12-2022, Stcrt. 2023, 39 (uitgifte: 02-01-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stcrt. 2023, 39 (uitgifte: 02-01-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Informatie over een toekomstig rendement als bedoeld in artikel 52, vijfde of zesde lid, van het besluit, wordt berekend conform één of meer scenario’s zoals beschreven in bijlage IV van de gedelegeerde verordening essentiële-informatiedocumenten. Indien slechts één scenario wordt getoond, dan is dit niet het gunstige scenario. Het is voor PRIIPs in categorie 3, als bedoeld in Bijlage II, deel I, onder 6 van de gedelegeerde verordening essentiële-informatiedocumenten, mogelijk om voor informatie die geïndividualiseerd is, af te wijken van de in bijlage IV van de gedelegeerde verordening essentiële-informatiedocumenten beschreven rekenmethode. De wijze waarop mag worden afgeweken van deze rekenmethode staat beschreven in bijlage 14 bij deze regeling.
2.
Informatie over de kosten, bedoeld in artikel 52, vijfde of zesde lid, van het besluit, wordt verstrekt in absolute getallen indien de aanbieder van het product de rendementen bedoeld in het eerste of tweede lid in absolute getallen weergeeft dan wel in percentages indien de betreffende financiële onderneming de rendementen in percentages weergeeft. De informatie over de kosten wordt berekend met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de gedelegeerde verordening essentiële-informatiedocumenten.
3.
Informatie over de belangrijkste financiële risico’s als bedoeld in artikel 52, vijfde lid, van het besluit wordt, indien de belegging verloren kan gaan of het totale verlies aanzienlijk hoger kan zijn dan de oorspronkelijke inleg, weergegeven door het opnemen van de waarschuwingszinnen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel f, van de gedelegeerde verordening essentiële-informatiedocumenten.
4.
De informatie, bedoeld in het derde lid, kan worden vervangen door een risico-indicator die is berekend op basis van gegevens van de consument.
5.
De informatie bedoeld in het derde en vierde lid wordt weergegeven op een duidelijk en herkenbare wijze in de onmiddellijke nabijheid van de informatie over rendementen, als bedoeld in het eerste lid en de artikelen 2:4 en 2:5.
6.
Het tweede lid, tweede zin, is niet van toepassing op informatie die geïndividualiseerd is en waarin de kosten bedoeld in artikel 59a, tweede lid, of artikel 60, eerste lid, onderdeel l, van het besluit, zijn opgenomen.