NJB 2012/1765
HR, 13-07-2012, nr. 11/02997
HR 13-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3264
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.D.H. Asser, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth
- Zaaknummer
11/02997
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BW3264
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW3264, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW3264, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑06‑2011
- Wetingang
Rv art. 337 lid 1 en 2, 401a lid 2 en 843a
Essentie
Art. 843a Rv. Incident. Tussentijds appel. HR: Gelijke beslissing als in HR 13 juli 2012, 11/01389, LJN BW3263, (Zie NJB 2012/1692, afl. 29. p. 2050) met behandeling van aanvullende argumenten.
Partij(en)
A c.s,
adv.
mr. P.A. Ruig,
vs.
Optiver,
adv.
mr. R.P.J.L. Tjittes
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft Optiver schadevergoeding gevorderd van A c.s. In de inleidende dagvaarding heeft zij tevens bij incidentele vordering ex art. 843a Rv gevorderd dat A c.s. worden veroordeeld om aan haar, op straffe van verbeurte van dwangsommen, een aantal nader gespecificeerde bescheiden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.